Palmer, Alaska

De muskusos is een van de oudste diersoorten die leeft in het arctisch gebied. Ooit deelde hij de aarde met de sabeltandtijger en de mammoet. Je kunt dit bijzondere dier met zijn dikke, wollen vacht van dichtbij bekijken in de Musk Ox Farm. Elke lente wordt de warme qiviut van de vacht van de muskusos gehaald. Native American maken hiervan hoeden, sjaals en andere kleding, te koop in het bezoekerscentrum. De Musk Ox Farm opent ieder jaar op moederdag en sluit half september weer. Je betaalt een kleine entreeprijs. Tussen 10:00 en 18:00 kun je mee gaan met een rondleiding.

Je kunt in de omgeving van Palmer verschillende wandelroutes volgen. De Bodenburg Butte Trail (3,2 km) is relatief nieuw en start in het dorpje Butte (circa 10 minuten rijden). Je maakt vanaf The Butte Trailhead een wandeling naar de top van The Butte, een kleine, oude berg. Je hebt er uitzicht over de afvoer van de Knik-gletsjer en het dorpje Palmer, even verderop. Het is een prima wandeling voor de hele familie.

Palmer ligt in de Talkeetna Mountains, die je perfect kunt verkennen via een toeristische (rond)rit over Hatcher Pass. De rit van Palmer naar Willow is ongeveer 96 kilometer, een groot deel van de weg bestaat uit gravel. Wil je niet over de onverharde weg rijden, rijd dan in elk geval naar Independence Mine (zie hieronder). Kijk onderweg of je paragliders van de steile berghellingen ziet zoeven en speur naar marmotten, valken en steenarenden. Stop zeker even bij Little Susitna Overlook. Aan de weg, ter hoogte van Motherlode Lodge, starten twee wandelroutes: de pittige Reed Lakes Trail (14 km) en de vlakke Gold Mint Trail (13 km).

Hatcher Pass is geopend in de zomermaanden, meestal vanaf circa 4 juli. Het stuk tussen Hatcher Pass en Willow is alleen toegankelijk voor voertuigen met een hoge bodemvrijheid. De totale rondrit duurt drie uur zonder stops. Wil je onderweg een wandeling maken, reserveer dan een uur of vijf. Vraag in het bezoekerscentrum naar de weersvoorspellingen en wegcondities voor je op pad gaat.

Goud. Dit glinsterende metaal trok anno 1886 vele gelukszoekers naar Alaska. De Independence Mine bestaat oorspronkelijk uit twee mijnen, die vanaf 1938 beheerd werden door hetzelfde bedrijf. In het glansjaar 1941 waren er 204 mensen in dienst, was er 19 kilometer aan tunnels opgeblazen en werd er zo’n 975 kilo goud geproduceerd. In het State Historical Park leer je hoe het was om te leven en werken in een van Alaska’s grootste goudmijndorpen. Begin je bezoek bij het Mine Mangers’s House, waar het bezoekerscentrum en museum gevestigd zijn. Je kunt ook een self-guided tour volgen. Independence Mine is doorgaans geopend van half juni tot Labor Day.

Op de parkeerplaats bij Independence Mine start deze korte wandelroute (3 km). Je wandelt over een smalle brug en loopt langs een verlaten mijnershuisje. Je loopt naar het Gold Cord Lake. Wandelliefhebbers kunnen de route verlengen door rond het meer te wandelen. Vanaf de Summit Lake Recreation Area kun je ook de Hatch Peak & April Bowl Trail (3,2 km) naar een prachtig turkoois meer.

In het kleine plaatsje Palmer is regelmatig iets te doen. Zo wordt er in de zomer elke vrijdag een "Firday Fling" gehouden: een markt in de open lucht. Eind augustus vindt hier het grootste evenement van Alaska plaats: de Alaska State Fair. Je kunt tijdens dit twaalfdaagse(!) festijn een kijkje nemen bij concerten, kraampjes waar van alles te koop is (zoals enórme groenten) en kermisattracties. Tijdens de Alaska State Fair is er ook livemuziek, rodeo en allerlei wedstrijden, waaronder pig races.

Niet ver van Palmer ligt Knik River. De plaats is voornamelijk bekend vanwege de Knik River Lodge, waar gave excursies vertrekken. Knik River heeft namelijk een eigen helikopterbasis. Je kunt vanaf de Lodge dan ook mee op een helikoptervlucht naar Knik Glacier. Op de gletsjer maak je een landing voor een sledehondentocht of een hike over de gletsjer. Je hebt een fenomenaal uitzicht over Knik Glacier en de eeuwenoude ijsstromen die zich over de Chugach Mountains verspreiden.