Dag 9 (28 juli): van Bishop naar Las Vegas

Vanmorgen bij de receptie van de camping gevraagd of ze de envelop met het campinggeld gevonden hadden. Dat hadden we gisteren bij de late binnenkomst (na 17.00) zo moeten regelen. Ze hadden het geld inderdaad ontvangen, maar ik had teveel gegeven, dus ik kreeg nog 2 dollar terug. Er kwamen twee Amerikanen binnen en die vroegen waar we vandaan kwamen en waar we heen gingen. Toen ik antwoordde dat we naar Las Vegas gingen, vroegen ze via welke route. Toen ik aangaf welke route we van plan waren, raadden ze het mij ten zeerste af, omdat het zeer bochtig, steil en vooral smal was. We zouden er met de nodige problemen wel doorheen komen, maar leuk zou anders zijn. Op hun advies dan toch maar zo’n 80 mijl omgereden. Iets minder mooi, maar wel relaxter. We hebben aardig door kunnen karren door deze woestijn. Op veel stukken konden we gewoon 70 mijl per uur rijden. De omgeving was wel een stuk minder afwisselend dan gisteren, maar toch ook wel leuk om door de woestijn te rijden. Wel heel erg heet.

Op een gegeven moment kwamen we bij een plaatsje Goldfield. Hier was een soort buitenmuseum met allerlei oude verroeste auto’s en werktuigen en aan de overkant zo’n typisch western winkeltje met wat rotsen en zooi te koop.

In het gros van de plaatsen op de route naar Las Vegas zou je nog niet dood gevonden willen worden. Wat een zootje. Ze laten over het algemeen de rommel buiten hun huizen/ mobil homes gewoon wegrotten. Ook merk je wel dat de regels in Nevada wat losser zijn dan in de rest van de US. Je ziet namelijk behoorlijk wat bordelen plus de daarbij behorende reclame in de woestijn. Aan het eind van de middag doemt dan plotseling een hele grote stad midden in de woestijn op, LAS VEGAS. Het is meteen ook weer druk op de highways en goed opletten waar je uiteindelijk de snelweg weer af moet. Bij exit 33 gaan we er af en zitten nagenoeg direct op onze camping, Oasis RV resort. RV staat voor recreational vehicle, oftewel camper.

We zetten het boeltje zo snel mogelijk op en maken ons gereed om naar de Strip te gaan, dé weg met alle hotels/ casino’s. We nemen voor $ 20,- een taxi en gaan eerst naar Ceasar’s Palace, een gigantisch complex in de stijl van het oude Rome. Vervolgens gaan we naar buiten en proberen ergens een plaats te vinden waar we lekker kunnen eten. Dat lukt ons bij Flamingo, een ander groot hotel annex casino. Voor een kleine 100 dollar (± € 65) kunnen we zoveel eten en (soft)drinken als we willen. Het eten was veel en goed. Na het eten lekker de strip op gegaan om Las Vegas by night te ontdekken. Het was heel erg druk op straat en er is zoveel te zien, dat je wel zowat een week nodig zult hebben om het allemaal te ontdekken. Thalassa vond dit het leukste tot nog toe. Ik heb behoorlijk wat foto’s gemaakt, waarvan er gelukkig ook een groot aantal van gelukt is. Rond half één, één uur waren we weer terug bij de wagen.

In de wagen was het snikheet, want we hadden de airco niet aangezet. Dat werd dus ook erg moeilijk in slaap komen. Morgen nog een dagje Las Vegas.