Beatty - Yosemite National Park (aankomst)

Dinsdag 29 juli,
Om 8 uur zijn we opgestaan voor de rest van de rit naar Yosemite National Park. We hebben een goede nachtrust gehad in het motel (Death Valley Inn). Zo goed zelfs dat Hille om 3 uur 's-nachts besloot lekker te gaan douchen. Wat hij 's-morgens niet zo goed meer wist (!).

Koppeling naar foto Death Valley Inn

Lekker allemaal douchen en eerst uitgechecken (9.00 uur). Na getankt te hebben in het plaatselijke tankstation (weer 21 gallon) hebben we onze camper naast de Stagecoach Inn geparkeerd. Konden we ontbijt combineren met nog even onze weblog bijwerken.

Dit hotel heeft een draadloos internet en zo konden we gratis (legaal?) inloggen. Dit hotel is van dezelfde eigenaar als van waar we hebben overnacht.

Vervolgens voor een lange rit onderweg door de woestijn. In Tonopah hebben we om kwart over 11 van de laatste mogelijkheid gebruik gemaakt om eten in te slaan bij Scolari's supermarkt (ook weer een kortingskaart natuurlijk). De rit door de woestijn, zowel voor Tonopah als daarna was wel een eentonige en rechte weg, maar het was wel opletten geblazen vanwege de zeer harde wind(stoten).

 Koppeling naar foto 'door de woestijn in Nevada' 

Op de grens tussen Nevada en California moesten we nog door een controlepost (van department of agriculture van California) passeren. Gelukkig hoefden we niet te stoppen en mochten we direct doorrijden.

In het zeer kleine plaatsje Benton hebben we geluncht. Daarna konden we I-120 volgen richting Lee Vining. Dit stadje noemt zichzelf de "gateway to Yosemite'. Wat zoiets betekent als de 'doorgang naar Yosemite'. Naar Lee Vining was het een behoorlijk lastige, maar wel mooie weg. Klimmen en dalen. Met veel bochten er in. Voordat we voor het laatste stukje even de snelweg I-6 op konden reden we ook nog door een bos met af en toe zicht op het prachtige meer Mono Lake.

Koppeling naar foto Mono Lake

In Lee Vining hebben we om 3 uur bij Chevron getankt. Prijzen liggen hier veel hoger dan in Nevada. Scheelt wel een dollar per gallon (ca +25%!)  Na het tanken begonnen we aan de rit omhoog over de Tioga Road (ook I-120) richting Yosemite National Park. De oostelijke ingang van het park hadden we snel bereikt.

Daarna volgde de klim over naar de Tioga Pass (9900 feet) en de afdaling naar de Yosemite Valley waar onze camping ligt. Deze rit van zo'n 55 miles duurde wel 2 uur.

Opschieten was er niet bij door de vele bochten en klimmetjes met prachtig uitzicht.

Koppeling naar foto door Yosemite (Tioga Road)

Omdat we ook nog twee keer gestopt zijn, waren we pas om half 6 bij onze camping "North Pines".  De campinghost was al weg, maar er hing een berichtje dat we naar onze plaats konden gaan en pas de volgende ochtend hoefden in te checken.

Onderweg kon je goed ruiken dat er aan de westkant van het park een grote bosbrand is. We hebben er gelukkig geen last van.  Dat de electriciteit het niet doet en de algemene voorzieningen op generatoren draaien, is voor ons niet van belang. De campingplaats heeft sowieso geen electriciteitsaansluiting.

Wij zijn zelfvoorzienend. Licht op de accu, koelkast/diepvriezer/koken op gas en als dat niet voldoende is, hebben we ook nog een generator aan boord die op onze brandstof draait. Water hebben in onze voorraadtank (210 liter). WC en vuilwater worden opgeslagen in 2 aparte tanks die we eventueel vlakbij kunnen legen in een zogenaamd 'dumpstation'.

Buiten eten vinden de kids niet echt leuk. Continu komen er een soort eekhoons (ground squirrels) om eten bedelen. 's-Avonds is het alles afsluiten. Geen restafval of eten buiten laten want gedurende de nacht komen er zwarte beren de camping op om naar eten te zoeken. Krijg je er van als toeristen ze dat aanleren. Er zijn allerlei speciale maatregelen. Hier kamperen is anders dan op de andere campings waar we gestaan hebben. Met uitzondering van de Grand Canyon dan.

Morgen gaan we Yosemite echt ontdekken.


Koppeling naar foto-album weblog