Zonovergoten Icefields Parkway
Door Ronald & Josée Haak - 08-06-2010 00:10 Zondag 6 juniVolgens plan en weersverwachting bijtijds opgestaan, tanden
gepoetst en snel wat gegeten. De rest doen we later wel. Wel een
voordeel als je geen hook-up hebt. Niets van doen met slangen en
kabels, gewoon wegrijden.
Ons doel vandaag: Moraine Lake en Lake Louise. Volgens de
boekjes moet je daar voor 10 uur zijn of anders na vijven. Dit
vanwege de drukte maar ook de lichtinval. We rijden via de
prachtige parallelweg 1B, onwaarschijnlijk mooi.
Rond kwart over negen zijn we bij het plaatsje Lake Louise en
besluiten eerst naar Moraine Lake te gaan. Veertien kilometer steil
de bergen in. Als we een kwartiertje later aankomen, hebben nog net
de laatste RV parking.
We lopen naar het meer en zijn ontgoocheld. Het lijkt niet in
het minst op de mooie plaatjes die in de gidsen staan. We lopen wat
rond en begrijpen dan wat er aan de hand is.
We zitten op 1.900 meter hoogte en eigenlijk is het hier nog
winter. De gletsjers zijn nog niet gesmolten en daarom is het meer
half leeg. De omgeving is wel erg mooi, dus als Rieks en Dorita
hier komen zal het er veel beter uitzien. Zorg wel dat je vroeg of
laat bent vanwege de drukte.
We rijden weer naar beneden en slaan linksaf naar Lake Louise.
Dit meer ligt veel lager en is dan ook vol met water. Er is een
frummel wind dus net geen spiegelglad wateroppervlak. Het is veel
drukker dan Moraine Lake, er is ook een groot hotel. We besluiten
daar te ontbijten. Daarna nog wat wandelen en dan is het tijd voor
de Icefields Parkway, een van de hoogtepunten van de reis.
Het is inderdaad een onvoorstelbaar mooie weg met steeds
wisselende landschappen en nauwelijks verkeer. Er zijn veel trails
en uitzichtpunten. Bij een paar stoppen we, zoals bij Peyto Lake,
volgens ons boekje het mooiste punt van de Icefield Parkway. Het is
wel een toer om er te komen, want we moeten door een dikke laag
sneeuw over een 30 cm. smal paadje. Maar het is de moeite waard:
een prachtig, verscholen meer en in de verte een gletsjer.

We passeren Saskatchewan Crossing en dan wordt onze aandacht
getrokken door een paar stilstaande auto’s. We vermoeden wat er aan
de hand is en ik parkeer de camper links van de highway. Inderdaad:
een zwarte beer is op z’n gemak blaadjes aan het eten, pal naast de
weg op z’n 15 meter afstand van ons. Josee herziet haar mening,
volgens haar waren de berenverhalen alleen maar een marketing
truc.
Het is echt een ongelooflijk gezicht zo dichtbij, trouwens ook
wel een beetje eng. De beer ziet er lief uit, om te aaien. Beter
van niet dus.
We rijden verder en nog geen 5 minuten later zijn we getuige
van een grandioze voorstelling. Net voorbij een brug staat een
parkwachter, in zijn rechter hand twee stokken met daartussen een
blauwe lap, in zijn linkerhand een geweer. Dertig meter verderop
een zwarte beer, groot model. De parkwachter probeert de beer met
de blauwe lap weg te jagen. Het valt op dat hij dicht bij zijn auto
blijft en z’n geweer paraat houdt. De beer laat zich grommend
wegjagen, maar als de blauwe lap weg gaat rent hij weer op de
ranger af. Wat is zo’n beest snel! Dit herhaalt zich een aantal
keren.
Volgende stop is het Columbia Icefield met de Athabasca
Glacier. Natuurlijk erg toeristisch maar toch ook wel indrukwekkend
zo’n grote gletsjer.
We rijden door richting Jasper en bekijken nog twee
watervallen: Sunwapta Falls en Athabasca Falls. Rond half zeven
zijn we in de buurt van Jasper en zoeken een plaatsje op Whistler
campground. Hook-ups zijn er niet meer, wel een schitterende plek
met fire pit. Morgenochtend kunnen we dan verkassen naar een andere
plek.
Natuurlijk worden we voor beren gewaarschuwd, maar ook voor
Elk. Die hebben nu jongen en zijn dan bijzonder agressief. Niet te
geloven: 30 meter van onze plek loopt zo’n prachtig dier. Als we
even later hout gaan halen, komen we er nog een tegen.
We maken een mooi vuur, barbequen chicken wings en genieten na
van een bijzondere dag.