4000 km onderweg .......
Door Ton en Ria - 12-07-2010 19:30
Hallo allemaal,
We hebben al even niets van ons laten horen. Daarom nu een verslag
over vijf dagen.
Het landschap was deze dagen na Banff en Jasper wat minder spectaculair. Niet meer die besneeuwde bergen, maar veel meer een eindeloos bebost berglandschap, met helaas ook veel aangetaste naaldbomen. Dat is toch wel shocking. We stopten deze dagen dan ook weinig onderweg en bereikten steeds vlot onze bestemmingen: Clearwater, 100 Mile House, Prince George en Smithers. Deze plaatsen zijn, anders dan de gezellige stadjes Banff en Jasper niet meer dan een verzameling van allerlei gebouwen, zonder enige ordening en ook zonder een echt centrum. Smithers had dan nog een straat die je als centrum kan aanduiden. Het heeft denk ik alles met de ontstaansgeschiedenis van deze plaatsen te maken, te midden van de pelshandel en houtindustrie. Daar omheen vestigden zich allerlei functies. En alles is op de auto gericht.
Het hoogtepunt van woensdag was het laatste kwartier Duitsland – Spanje in een café vol Duitsers.
We hadden die dag in Clearwater wat wasjes te draaien en wat inkopen te doen en reden steeds heen en weer in de buurt van het hotel. Tussendoor had ik tot de rust al even een twintig minuten gekeken. Het laatste kwartier keek ik weer: 0 – 1 voor Spanje. Wat leefden die Duitsers mee als er in één van beide doelmonden iets gebeurde. Het moet gezegd: ze droegen hun verlies manhaftig.
's Middags bezochten
we het Wells Gray Provincial Park. Het was een zeventig kilometer
rijden tot het einde van het park. Daar zouden we een wandeling
naar mooie rotsformaties maken. Het pad liep door het bos, een
beetje langs de rivier en was wat moeilijk begaanbaar. Ria begon al
snel luid te zingen. Het bleek dat ze het eng vond in het bos en
bang was beren tegen het lijf te lopen. Ze begon steeds meer te
zingen, om de beren af te schrikken. Ria zei dat er niet voor niets
steeds op de waarschuwingsborden stond dat je geluid moet maken om
de beren de gelegenheid te geven zich terug te trekken. Na een half
uur lopen moesten we dieper het bos in en omhoog. Plotseling zei
Ria: “Ik vind het te eng, ik ga terug”. En terug gingen
we.
Op de
route terug hadden we nog een paar niet te missen watervallen te
bewonderen. Je hebt altijd mooi, mooier, mooist. Deze zijn wel heel
erg mooi. We laten jullie nog
één
keer watervallen zien. Eerst de de Helmcken Falls, met een vrije
val van 141 meter. De watervallen liggen in een oud vulkaangebied
en deze lijkt wel uit te komen in de krater van een vulkaan. In het
echt nog veel mooier dan
mooist.
Hieronder de Dawson
Falls, die wel de kleine Niagara worden genoemd.
Donderdag had de dame
van de Tourist Information in 100 Mile House ons van alles en nog
wat aangeraden. De waterval die we zagen was toch wat minder
spectaculair dan die we eerder zagen. We hebben natuurlijk ook
al zoveel moois gezien. Aan het einde van de middag gingen we
vogels spotten. Dat hadden we nog niet echt gedaan. Dat was ook
heel bijzonder. We konden diverse, ons onbekende vogels
fotograferen.
Vrijdag reden we naar
Prince George. Eerst 200 km de weg volgen, dan nog een stukkie van
130 km de bocht om en dan ben je er. Zo simpel is het. De Tom Tom
hebben we nauwelijks nodig.
We wandelden door wat parkjes aan de rand van de stad en wilden toen het stadscentrum bezoeken. Maar Prince George, met een inwoneraantal van 84.000, bleek dus geen echt stadscentrum te hebben.
Aan het begin van de avond wilden we proberen wild te spotten. Dat zou kunnen in de “Forests for the world”. We zouden een korte wandeling van een kilometer heen en een kilometer terug naar een meer maken. De kans dat daar moose (grote herten) te spotten waren was aanwezig. Na 100 meter kwamen we het volgende bord tegen.
Jullie snappen hem
al. We gingen terug. En wat zagen wij daar, juist terug in de
auto?
Voor Ria natuurlijk
de volledige bevestiging dat ze niet meer zonder gids wilde
wandelen. Het was vlak tegen een bewoond gebied aan, waar ook
gewoon kindertjes buiten speelden.
Zaterdag was een reisdag naar Smithers. Het weer was half bewolkt, met een lekker temperatuurtje. We kwamen na drieën in Smithers aan. We gingen direct naar de tourist information om te vragen of er nog wildexcursies werden georganiseerd. Dat bleek niet het geval te zijn. We kregen nog wel een aanbevolen route. Gedurende het anderhalf uur van de autorit zagen we ............ één konijn. Daarna reden we door om nog een paar watervallen te zien. Nee, geen foto's.
's Avonds stelden we de plek zeker waar we de volgende dag de WK-finale konden zien. Ondanks de lange reisdag stellen we het vertrek morgen uit tot na de wedstrijd die voor ons minimaal tot 13.15 uur duurt. Daarna hebben we nog een kleine 400 km te rijden, maar op de route komen we geen enkele plaats van betekenis tegen waar we eventueel zouden kunnen pauzeren om de finale te zien. Dat risico willen we/wil ik niet lopen.
We hadden de volgende
morgen eerst nog de gelegenheid om een mooie tocht
naar de Ski Hill te rijden. Hieronder een plaatje tijdens de
route.
Bovenop Ski Hill zat je ongeveer op de boomgrens en had je een mooi
uitzicht. De weg daar naar toe was eerst nog goed, maar werd al
snel een gravelweg. Het laatste eind was een zware gravelweg met
grote gaten. Een korte steile wandeling bracht ons op
een