Parks Highway

Door Lenssinck J.B. - 09-09-2010 06:23

 

06.09.10

Parks Highway

Dichte mist vanmorgen. Dat is niet zo leuk als je weg wilt, maar we bleken er toch weinig last van te hebben. Af en toe een mistbankje over de weg en that was all (we beginnen zelfs al in het engels te denken). Al gauw brak de zon door en het werd een stralende dag. Lekker temperatuurtje! De Parks Highway richting Anchorage is een prima weg met een zeer wisselende, schitterende omgeving. Veel hoogteverschillen en mooie uitzichten op bergen en valleien. Af en toe een rivier en vooral veel kleine creeks, die allemaal een naam hebben. We herinneren ons datzelfde van Nieuw Zeeland. We gingen naar het Denali Grizzly Bear Resort om daar te overnachten en morgen een tocht te maken door het nationale park.. Even voorbij de ingang van het Nationaal Park Denali vonden we inderdaad deze campingground. Ze vragen je bij de receptie soms het hemd van het lijf. Nu moesten ze, behalve onze achternaam, voornaam, en adres ook ons telefoonnummer in Nederland weten. “Waarom”wilden we weten. “Omdat dat nu eenmaal op het formulier stond”. Een beetje onnozel als er iemand zich meldt die uit Nederland komt!

Enfin, het is een mooie camping. We hebben ons meteen gemeld voor een tour door het park. Wat we ons daarmee op de hals haalden……..? De prijs en het feit dat we om 06.15 uur moeten klaar staan morgenochtend. Toen de man ons vertelde dat we vannacht de waterleiding moeten afsluiten, omdat het gaat vriezen, begrepen we dat het niet alleen erg vroeg is morgenochtend, maar ook nog eens koud. Het schijnt alleen de kansen op het zien van Grizzly-beren en ander wild te vergroten en dat moeten we er dan maar voor over hebben (laat ons bed het niet horen). Vroeg naar bed, dus.


 

07.09.10

De wekker ging om 05.00 uur. Wat een onmenselijke tijd. Gelukkig had de beheerder van de camping ongelijk gekregen, want het heeft niet gevroren en het was allesbehalve koud. Dat viel dus mee, maar voor de rest….. De bus kwam ons precies op tijd halen en we reden naar het hotelgebeuren rond het Denali Park, waar we een groep Japanners moesten ophalen en daarmede was de bus ook vol. Er zat een gemeleerd gezelschap in: Japanners dus, Australiers, Duitsers, Texanen, Californiers en wij als Nederlanders. De chauffeur/gids was een aardige, redelijk jonge man, die werkelijk de gehele dag alles uit de kast haalde (informatie), voor wie geen moeite te veel was en die op een niet vervelende manier ook nog heel aardig kon entertainen . Joop had in eerste instantie niet zo veel idee in de tocht, vooral ook omdat het regende. Weliswaar niet erg, maar het was toch grauw en ongezellig weer. Eenmaal in het nationale park werd ons verteld goed op te letten om de wilde dieren te zien. Zo zouden er elanden, kariboes, beren en dallschapen (een soort gemzen). Al gauw zagen we een paar vrouwtjes elanden, te herkennen aan de geweiloze kop. Daarna ook een kariboe met een geweldig gewei, je moet daarbij denken aan een groot soort hert. Verschillende keren stopten we bij een parkeerplaats, waar je naar het toilet kon (keurig verzorgd, maar geen spoeltoilet) en waar we van koffie, thee of chocolademelk voorzien werden. Achter in de bus ging de deur open en daar stond een grote ketel met heet water en koffie, thee enz. in zakjes erbij. Ook waren er allerlei versnaperingen, die gretig aftrek vonden. Het was prachtig in het park, zoveel verschillende landschappen: heuvels, valleien, toendra’s, bergen met eeuwige sneeuw (waaronder de Mount McKinley, de hoogste berg van Alaska), riviertjes en rivieren, je kunt het allemaal niet bedenken. Ongelooflijk mooi en eigenlijk is het niet goed te beschrijven, je moet het gewoon gezien hebben. Maar ook het volgende kan gebeuren. De weg is niet verhard, d.w.z. vastgereden grond/grindlaag die iedere dag met een soort pistebully wordt geschraapt en vastgereden. Bij langdurige droogte veel stof, bij regen veel modder, maar onvoorstelbaar weinig gaten. Vlak voor het eindpunt slipten we totaal onverwacht in een afdaling door te veel modderig water op de weg tot grote schrik van de chauffeur, die de bus nog op de weg kon houden. Gelukkig zonder gevolgen maar dan is zo’n smalle weg met een behoorlijke diepte aan de beide kanten toch zeer beangstigend. Rond 12.30 uur waren we aan het eind van de heenrit. (ca 150 km.) We lunchten (dat hoorde bij de tocht) in een lodge en die lunch was werkelijk voortreffelijk verzorgd. Heerlijke soep, brood met allerlei vleeswaren en kaas, diverse salades en koffie met een chocobrownie toe. Erna hadden we ongeveer 1,5 uur de tijd om bijv. grond te wassen om goud te vinden, rond te wandelen, een film te bekijken of de giftshop te bezoeken. Vooral de “gold panning” gaf grote hilariteit, waaraan met name de japanse dames deelnamen. Het beste was om in de rivier te gaan staan (laarzen hoorden erbij) en dat was een japanse al gauw fataal, want zij had de laarzen vol met water. Dus maar weer giechelen! Een andere japanse hield de boel voor de gek door te doen of ze een fiezeltje goud gevonden had. Na veel oh’s en ah’s bleek onder luid geginnegap, dat de wens de vader van de gedachte was.

Al met al hadden we op de heenrit geen beer gezien en de dallschapen alleen heel hoog in de bergen, dus op afstand. Onze chauffeur hield de moed erin door te beweren dat we vast nog wel een beer of zelfs beren zouden zien. Het weer was intussen aardig verbeterd en Joop kreeg steeds meer schik in de expeditie, vond het zelfs een geweldige dag en dat was het ook, met of zonder beer. Het valt dan ook bijna niet te geloven dat we beren hebben gezien. Jawel, en niet zulke kleine jongens (of meisjes)helaas op afstand niet goed zien, maar ze waren, vooral door de verrekijker, zeer duidelijk waarneembaar. Hoera. Dat konden we ! Het is dan ook geen kleinigheid dat je op niet al te grote afstand een Grizzly beer ziet. In dit park komt namelijk alleen deze soort voor. Ook zagen we in de berm van heel dichtbij wat dallsshapen grazen. Bijna op het eind van de rit liep op enige afstand, maar toch duidelijk zichtbaar, een enorme mannetjes eland en verderop nog een flinke kariboe. Alles bij elkaar dus een prachtige oogst. We hebben genoten en pas om 19.30 uur waren we weer op de camping. Het was vooral daarom zo fijn, omdat Joop niet de gehele dag hoefde te rijden, wat op de smalle weg in het park bepaald geen pretje is en hij bovendien volop om zich heen kon kijken en kon filmen.

08.09.10

We hebben afgelopen nacht allebei in onze gedachten en dromen nog door het Denali Park gedwaald en ik weet niet hoeveel beren gezien. Het werd toch morgen en we moesten vetrekken naar Anchorage. Het was, niet te geloven weer grauw en het regende zachtjes, maar het was absoluut niet koud. Er was helaas wat aan de hand met de boordaccu, want we hadden geen stroom. Toen Joop de motor startte was alles O.K. maar dan levert de dynamo stroom. Volgens het controlepaneel was en is boordaccu volledig geladen. Vreemde zaak. Van alles bedacht en geprobeerd (o.a. zekeringen gecontroleerd), maar tot een oplossing kwamen we niet. Zodra mogelijk maar contact opnemen met Fraserway in Whitehorse. Dan op weg. Je moet er hier ontzettend op alert zijn dat de brandstoftank gevuld blijft, want de afstanden zijn erg groot en de benzinestations niet op iedere hoek. Had ik gisteren geen beren in het park gezien, dan zag ik ze nu op de weg, want ik zag de benzinemeter aardig dalen. Uiteindelijk in niemandsland een pomp. Het was een wat louche uitziend gebouwtje, waar je ook nog kon eten. Nu moet ik zeggen dat alles hier al gauw louche lijkt, zo slordig ziet het er uit. Er was een kleine, zeer dikke vrouw die binnen aan de kassa zat en op een trapje moest gaan staan om bovenaan de kassa te kunnen zien wat we moesten betalen. Bij Willow, een kleine plaats verderop, wat boodschappen gedaan. Er stonden wat houten gebouwtjes langs de weg met daarin een soort supermarktje annex snackbar en een dranken-/sigarettenhandeltje. Sigaretten mogen hier trouwens niet aan jongeren onder de 19 jaar verkocht worden. Meteen in het supermarktje een telefoonkaart gekocht, wat bepaald moeilijk was voor het kassameisje, want ze was nieuw dat had ze nog niet bij de hand gehad. Ze moest de verkoop behalve op de kassa namelijk ook op een lijst verantwoorden.

Vlak voor Anchorage een zij-uitstapje gemaakt naar Eklutna, een indianendorpje, waar nog zo’n 30 oorspronkelijke inwoners zijn. Vlak voor het dorpje zelf was een russisch-orthodoxe kerk met begraafplaats, waar mensen op een speciale manier begraven worden. Om er te komen moest je door een winkeltje (meteen entree betalen) en dan mocht je er rondlopen. Boven ieder graf staat een klein houten huisje, waar de ziel na een jaar dolen rust kan vinden.. De huisjes zijn in de kleuren van de clan, waartoe men behoort. De indianen hier zijn Athabascans, vermengd met wat Russen en Yupik Eskimo’s. Een alleraardigste jongeman gaf uitleg en wist op al onze vragen antwoord. Hij was zelf geen indiaan, maar behoorde wel tot de orthodoxe christenen en was zeer geinteresseerd in geschiedenis en wilde dat ook graag aan anderen overbrengen. Het oorspronkelijke kerkje was er ook nog te vinden. Oud en muf was het wel. Men had het destijds in het dorp afgebroken en hier weer opgebouwd. Het nieuwe kerkje, iets groter, was op z’n typisch russisch-orthodox ingericht met veel iconen . Het was een leuk en interessant bezoekje.
 

 

Je kunt alleen reageren op dit bericht als je bent ingelogd.
Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan