Op weg naar Hope
Door J. Schaefer - 24-09-2015 20:37Woensdag 23 sept.
Allebei lekker geslapen en we worden weer met het zonnetje
wakker. Geen vliegtuigen of ander lawaai gehoord. Ik ga douchen. 4
minuten warm water voor een Loonie of te wel 0,70 eurocent. Het is
hier brandschoon en ruim, echt een plezier om hier gebruik van te
maken. Dus ook hier zijn we tevreden, op de belabberde Wifi na,
maar dat zijn geen echte zorgen, want hier ben je nooit ver van
Starbucks.
Na het ontbijt beginnen we met de bakken voor het opbergen van de
slangen voor water, elektriciteit en vuilwater alvast schoon te
maken, net als de slangen zelf. Nu maar hopen dat het droog
blijft.
Vandaag proberen we tot Hope te rijden, dat schijnt een leuk
plaatsje te zijn aan de Fraser rivier.
Maar eerst op zoek naar Starbucks, met een keertje vragen komen we
op de juiste shopping mall, want die zijn er hier in overvloed en
vinden we ons adresje, terwijl ik de koffie bestel zit Hans al
online.
Dan gaat het weer zuidwaarts langs het Skaha meer dat een stuk
kleiner is dan de meren van gisteren en daarna gaat het omhoog en
komen we in een dor Mediterraan gebied met wat naaldbomen en bruin
kort gras. De grond is hier echt onvruchtbaar. Niet veel verder
gaat het weer naar omlaag en hier rijden we tussen de boomgaarden
door, met overal fruitstandjes langs de weg. Appels en peren en
pompoenen nu, maar in andere seizoenen, perziken, abrikozen,
kersen, noem maar op. Het klimaat moet er zich toe lenen en hier is
er weer water.
Onze lunchplek voorbij Hedley is precies waar ik de hele reis naar
uitgekeken heb. Leuke picknick tafels in het milde zonnetje met
zicht op een beekje en een stille poel met een strandje, zonder dat
we Big Bertha halsbrekende toeren moeten laten uitvoeren om er te
komen.Nu krijg ik zelfs Hans naar buiten en in de onafscheidelijke
Delhaize tas verhuist het eten en servies mee. Heerlijk zo eind
september in volle natuur.
Maar we moeten verder willen we Hope halen en wat we niet wisten,
we moeten weer een behoorlijke pas over met schatten we een 1000 m.
hoogte verschil. Hier zijn de passen eigenlijk zonder
haarspeldbochten, maar je gaat dus tientallen kilometers eerst
omhoog, om dan weer ellenlang naar beneden te rijden met
dalingen tot 9% en dat is niet niks voor Bertha en voor die
Trucks met zware lading. We komen in Manning National Park en
besluiten even af te slaan voor Ligtening Lake. Trotter's was er
tamelijk lyrisch over. Het is niet mis, maar het haalt niet bij
onze favoriet Emerald Lake, we worden na zoveel moois natuurlijk
ook erg kritisch.
Nog verder naar beneden, je vraagt je af waar dit eindigt, wel heel
eenvoudig in Hope. Het Visitors Center raadt ons de Coquihalla
Campground aan. We kijken nog wat rond in Hope, bekend voor zijn
grote houten sculpturen in de stad, op pleinen en in parken. We
nemen wat foto's en gaan dan op zoek naar de camping. We vinden het
gemakkelijk, krijgen een mooi plaatsje tussen grote naaldbomen en
tot ons geluk horen we weer een trein, maar wel stilletjes. Eenmaal
geïnstalleerd ga ik een ommetje naar de rivier, je raadt het, de
Coquihalla River, maken en zie tot mijn grote verbazing zalmen van
wel 50 cm en meer stroomopwaarts ploeteren, je vraagt je af wat hen
drijft, want het is harde labeur, zonder al te veel resultaat, in
tegendeel, velen leggen het loodje van uitputting. Nu begrijp ik
dat dit een gemakkelijk hapje is voor beren en roofvogels zelfs een
reiger staat op uitkijk.
We gaan verder de ijskast leeg eten en het zal smaken. Morgen wordt
het restaurant eten en vrijdagmorgen gaat Bertha terug naar
huis.
Het is ondanks het vele rijden toch een fijne dag geworden en nu is
het stuk morgen naar Richmond minder lang.