Dag 9 - Painted Hills & Fishhouse Inn
Door Roel - 23-07-2018 09:26De rit van vandaag is niet bijzonder lang, maar dat komt omdat
we tijd hebben gereserveerd voor een bezoek aan John Day Fossil
Beds National Monument: Painted Hills Unit. Da's de volledige
officiële naam van de plek die wij in Nederland beter kennen als de
Painted Hills. Het is de derde en tevens laatste 'Wie is de
Mol'-locatie die we aandoen. We ontbijten eerst rustig op onze
prachtige plek: we zijn het erover eens dat dit vermoedelijk de
mooiste camperplek is die we tot nu toe hebben gehad, 2016 incluis.
Maar dat kan ook de euforie van het moment zijn geweest, misschien
roepen we dat vanavond ook over onze volgende camping in Dayville
:-)
Om de voor een 31-voeter misschien moeilijk gangbare wegen in het
Ochoco Forest te vermijden rijden we eerst een stuk terug en pakken
dan de US Highway 26 richting Mitchell. Het laatste stuk van de
route moet over een krakkemikkige onderverharde weg. Niet dat onze
camper daar moeite mee heeft, die steekt twee vingers in de
figuurlijke neus en rijdt met een blinddoek voor tien keer die
Painted Hills op en af. Uit stilstand. Tien cilinders, heb ik me
laten vertellen door Dave die veel meer verstand heeft van auto's
dan ik. Daar gingen ze volgens mij vroeger mee naar de maan, met 10
cilinders! Ik ben meer bezorgd voor onze camperinventaris, want het
gerammel neemt angstaanjagende vormen aan. Gelukkig bereiken we
heelhuids het overlook point. De kleuren van de
rood/geel/zwarte heuvels zijn schitterend en je verbaast je erover
dat dit typische geologische fenomeen zich alleen op deze plek
heeft gemanifesteerd en niet op andere plaatsen in de omgeving. We
mogen met de camper jammer genoeg alleen bij de eerste van vier
trails komen, maar desalniettemin zijn we allemaal onder de
indruk van wat Moeder Natuur ons hier voorschotelt.
We hebben deze dag ruim de tijd, dus we besluiten om ook nog maar
even John Day Fossil Beds Monument: Sheep Rock Unit mee te pakken.
Daarvoor rijden we eerst door Mitchell, want het wordt de hoogste
tijd om onze benzineslurpers te voorzien van nieuwe peut. Er gaat
een slordige 43 gallon in en aangezien dat wel even duurt geeft ons
dat mooi de tijd om een babbeltje te maken met de alleraardigste
pompstationmevrouw. Donder op met je self-service, in Amerika gaat
toch echt in veel gevallen niets boven een pompbediende van vlees
en bloed! Ze zijn altijd (bijna) oprecht geïnteresseerd in waar je
vandaan komt en waar je naar op weg bent. Ik roep wat over
Vancouver, Yellowstone en Las Vegas, ze reageert met 'ohhh' en
'aahhh' en loopt vervolgens naar haar kantoor. Ze komt terug met
een boekje. Op advies van een familielid is ze jaren geleden
begonnen met een gastenboek, dus schrijven we daar een lofzang op
Oregon in. Het komt helemaal niet in ons op om ons te verbazen over
het feit dat een tankstation een gastenboek heeft, want op een of
andere manier past dat bij dit kneuterige dorpje met haar
kneuterige pompstation en haar kneuterige bediende.
Naast de pomp blijkt Mitchell RV Park te liggen: een campground
voor maar liefst vier (!) campers. Die hebben we vorig jaar ook
voorbij zien komen in onze zoektocht naar campings in de buurt van
Painted Hills, maar we konden deze niet op voorhand reserveren dus
viel hij af. Als picknick-locatie voldoet hij overigens prima, want
ons middageten nuttigen we aan de tafels in het parkje. We rijden
vervolgens naar het bezoekerscentrum van Sheep Rock, waar een leuke
informatieve tentoonstelling is over de John Day Fossil Beds
National Monument units. Ik blijf de volledige naam zeggen, gewoon
omdat het kan. Het is inmiddels aardig warm geworden buiten, dus we
zien af van een eventuele wandeling en rijden door naar het om de
hoek gelegen Dayville.
We hebben gereserveerd op Fishhouse Inn RV Park, gerund door de
Nederlandse eigenaar David en zijn vrouw. Net als in Mitchell is
ook dit een erg kleine camping: in totaal beschikt deze over 7 full
hookup-plaatsen. Die waren helaas net vergeven toen we wilden
boeken begin april, dus staan we op twee overflow
plaatsen. Dat blijkt echter een schot in de roos te zijn want we
hebben een megagroot grasveld voor onze campers met tot overmaat
van vreugde een aantal actieve sproeiers. De kinderen vermaken zich
opperbest met sproeiervoetbal en Dave en ik lopen nog even door het
dorpje op zoek naar wat kleine boodschappen. Zondag 17.15: alles
dicht natuurlijk. Wel breken we onze nek over prachtige voertuigen
(een T-Ford, een historische brandweerwagen) en dito uithangborden.
Je hoort er in Dayville pas bij als je iets van een motto op, aan
of vóór je huis hebt aangebracht, het liefst in de kleuren van de
Amerikaanse vlag. Het zou enorm patriottistisch aan kunnen doen,
maar op een of andere manier is het dat niet. We eten wraps en
taco's en concluderen dat het leven goed is in Dayville. Niks meer
aan doen. Nou ja, misschien aan de muggen, want die tieren welig in
dit gedeelte van Oregon. We lopen nog een stukje de andere kant op,
want het wordt toch eens tijd om mijn drone uit te laten. We vinden
een klein parkje en daar lukt het dan eindelijk om wat opnames te
maken van Dayville vanuit de lucht. De avond valt hier eerder dan
we gewend zijn, omdat we tegen een tijdzone aanzitten. Morgen
hebben we een van de langste tochten van de vakantie voor de boeg:
van Dayville naar Boise. Om redelijk beslagen ten ijs te komen in
Boise in de staat Idaho zoek ik even op hoe je Boise nu eigenlijk
uitspreekt. Het blijkt Boy-zie te zijn. In die wetenschap maken we
backups van foto's, schrijven we laatste reisverslagen en breien we
een eind aan weer een geweldige dag van deze road trip!