Dag 26 - Gloeiende föhn (Death Valley)

Door Roel - 11-08-2018 07:43

Vanochtend moeten we alles wat in de camper lag verhuizen naar onze auto. Het is een forse SUV, maar tot onze verbazing krijgen we hem bijna tot het plafond opgestapeld met onze eigen bagage en alles wat er in de afgelopen drieëneenhalve week her en der is aangeschaft. Dave is blij met de omruilactie van zijn kleinere SUV voor een heule grote SUV, want het blijkt zelfs in deze enorme sloep nog maar net te passen. Dave en ik rijden voor ’t laatst de campers van hun ‘levellers’ en maken de laatste kilometers van deze vakantie. We tanken de big boys nog even af en rijden strak op schema (even voor de deadline van 11 uur) het El Monte-terrein op.

Twee jaar geleden stormde een legertje Road Bear-medewerkers op onze campers af om hem in een mum van tijd leeg te ruimen. Da’s dan vermoedelijk wederom het verschil tussen een premium aanbieder en een nèt geen premium-aanbieder als El Monte (zie verslag dag 3), want ook nu moeten we alles zelf doen. Van emmer via broodrooster en snijplank tot en met de bezem en de toiletborstel: alles moeten we op roltafels zetten en uitsorteren voor de hoofdingang van het kantoor. Leuk werk, in een temperatuur die al opgelopen is tot boven de 40 graden. Nadat de finale handtekening is gezet slik ik nog even een brok in de keel weg als ik in de verte m’n camper weggereden zie worden door een vreemdeling. Je gaat je er toch aan hechten…

Vriend Uber is ons weer van dienst en zelfs helemaal aan de rand van Las Vegas hoeven we niet langer dan een minuutje of twee te wachten totdat een (dit keer zwijgzame) Ubermeneer ons oppikt met zijn Kia. Hij trakteert ons via de Interstates rond Vegas nog voor een laatste keer op een mooie blik op de Strip en in 20 minuten staan we weer op Oasis RV Resort. Zonder RV welteverstaan, da’s dan ook wel een aparte gewaarwording. De rest van het gezelschap heeft de ochtend vooral in en rondom het zwembad doorgebracht en als de laatste tassen zijn ingeladen starten we de reis richting Death Valley. Een niet al te lange tocht, die we na 2 minuten al onderbreken voor een lunch. We roepen al sinds 2000 dat we nog eens willen eten bij een Denny’s of Wendy’s, maar die kunnen we nu niet zo snel vinden en voordat we de woestenij richting Death Valley induiken moeten we toch echt wel wat gegeten hebben. Het wordt dus de McDonald’s….

Hoe meer we Furnace Creek naderen, hoe sneller de temperatuur oploopt. We vinden het al warm op het uitkijkpunt ‘Zabriskie Point’. 45 graden is het daar. Bijna in Furnace Creek aangekomen slaan we linksaf richting Badwater, het laagste punt van Noord-Amerika (85,5 meter onder de zeespiegel). Beroemd om zijn lage ligging, maar meer nog om zijn extreme temperaturen. Michal begint op de weg richting die uithoek in de vallei bij 44 graden foto’s te nemen van de temperatuur op het scherm in het dashboard, maar moet om de haverklap weer een nieuwe plaatje schieten. Als de digitale thermometer naar 48 graden springt, hoop je stiekem toch wel dat ie de 50 gaat aantikken. Ik voel de teleurstelling nog van 2000, toen we een paar dagen eerder met 48 graden een persoonlijke warmterecord bereikten in de buurt van Scottsdale, een record dat nog steeds staat. En vervolgens in Death Valley werden afgescheept met 27 graden. Precies tijdens die gedachte plopt cijfertje ‘49’ op.  Nog ééntje!

En ja hoor, uitgerekend bij Badwater pakken we die magische grens. De teller stopt uiteindelijk bij 51 graden, en in Daves auto zelfs bij 52,7 graden Celcius. Hoe dat voelt? Alsof er iemand met een föhn op maximaal vermogen in je gezicht blaast vanaf 25 centimeter afstand, zo voelt dat. En dan niet heel even, maar de hele tijd. Je voelt de huid op je lippen verschralen: de barsten springen er spontaan in. Daar valt niet tegenop te Labelloën. We stappen uit en lopen naar het bordje met ‘Badwater’ dat daar nog steeds staat. Niet meer gewoon in de zoutvlakte, maar nu in een soort van betonnen catwalk die er in 2000 nog niet was. Binnen vijf minuten zitten we weer lekker in de frisse airco van onze auto. Pas dan begin je te zweten, alsof je lichaam ook te verbouwereerd is. Gelukkig hebben we stoelairco in onze Ford 😊

Op de weg terug nemen de Artist Drive, een eenrichtingsweg door de heuvels. Niet veel later rijden we The Ranch op, een hotel dat we nog kennen van 2000. Het is nog onder ‘heavy construction’, iets waar we in de recensies al voor waren gewaarschuwd. De hele opwaardering van met name de entree, de receptie, het restaurant en de winkel zou eigenlijk al in het voorjaar klaar moeten zijn geweest, maar we kunnen ons best voorstellen dat het met 45 graden niet heel erg prettig werken is voor de bouwvakkers-van-dienst. We hebben eerst al moeite met het vinden van de nieuwe tijdelijke ingang. De receptie is provisorisch en het restaurant is een soort van tijdelijke voorziening in een loods van de naastgelegen golfclub. Maar eenmaal in onze kamer wint de nostalgie het van de teleurstelling: de kamer ziet er nog exact net zo uit als in 2000. Dat zou in elke andere situatie wellicht onacceptabel zijn geweest, maar niet vandaag! De bedden zijn prima, de badkamer gedateerd maar voorzien van frisse handdoeken en dat is als je net uit een camper komt ineens superluxe. Voeg daaraan toe het uitzicht op het grote zwembad, het grote grasveld voor de deur en een fijne airco die de absurde temperaturen allemaal draaglijk maakt en ineens heb je de ingrediënten voor een aangenaam verblijf midden in de broeiende oven van Furnace Creek.

We maken kwartier: dat wil zoveel zeggen dat de hele auto wordt omgekieperd in de hotelkamer. Er volgt een grondige screening van alles wat toch echt weg kan/mag/moet. Als die uitsortering heeft plaatsgevonden wordt er gezwommen in het water dat uit een lokale warmwaterbron komt. Datzelfde water komt trouwens ook uit de koude kraan in de badkamer. Je kunt wel nagaan dat dat dus geen koud water is. Maar als je net 51 graden hebt beleefd is warm water eigenlijk best wel een beetje koud. Denken we.

De avonddis eten we in het tijdelijke restaurant en dat smaakt eigenlijk best prima. Kost je een rib uit je lijf, want in een bloedheet oord als dit is het een kwestie van veel vraag naar iets te eten en erg weinig aanbod, dus dan kun je het wel uittekenen. Maar de ijsklontjes smaken niet naar chloor, er is gratis refill qua frisdrank en er staan potten mayonaise op tafel. Meer heb je op zo’n moment niet nodig. In een van de leuke zitjes op het grasveld kaarten we nog even gezellig na onder het genot van een biertje en een watertje en schatten dat het nog steeds boven de veertig graden is. Dave beleeft een primeur: hij ziet zijn eerste vallende ster. Dat heugelijke feit maakt een eind aan een schitterende dag. Morgen door naar Los Angeles!

Je kunt alleen reageren op dit bericht als je bent ingelogd.
Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan