Viva Las Vegas (deel 1)

Dag 9. Mammoth Lakes - Las Vegas (ma 29 juli 2019)

Vandaag stond een van de langste reisdagen van de vakantie op het programma. De rit naar Las Vegas stond namelijk op het programma (circa 6 uur autorijden). Van de camperverhuurder El Monte mochten we niet door Death Valley National Park rijden (verzekeringsdingetje), waardoor we genoodzaakt waren om extra kilometers te rijden. Maar we zouden toch gaan proberen om het vele autorijden zo nu en dan te onderbreken met een leuke tussenstop.

Noah en Lynn waren overigens nauwelijks wakker te krijgen, maar het was ook nog maar 8 uur in de ochtend. We hadden de dakluiken (4 stuks) opengezet, waardoor het zelfs in de camper behoorlijk fris was geworden. Zo fris, dat we allemaal een extra dekentje over ons heen hadden gelegd tijdens de nachtrust. We lazen berichten dat het ’s nachts net boven het vriespunt was geweest! Overigens hadden we allemaal prima geslapen. Lekker hoor, zo middenin de natuur. De camping was allesbehalve luxe. Geen hookup of wat dan ook, gewoon staan met de camper middenin de bossen en hopen dat er geen beren langs zouden komen. Wij hadden, net als in Yosemite National Park, geen gebruik gemaakt van de zgn. “Bear Lockers” (om je eten veilig op te kunnen slaan). Maar wij sliepen dan ook in een camper en niet in een tentje, wat voor een beer toch wel een verschil maakt.

Na het ontbijt was Paul nog even naar de Twin Lakes gelopen. Prachtig hoor! Op het meer, waarover in het midden een brug te vinden is, waren veel vissers te vinden. Op hun bootjes dobberden ze rond op het water in de hoop een mooie vangst binnen te kunnen halen. De waterval “Twin Falls” maakte het plaatje op deze frisse ochtend compleet.

Helaas was er te weinig tijd om de rest van de Mammoth Lakes omgeving te verkennen (we moesten immers naar Las Vegas). Dus geen shuttle bus richting Devils Postpile National Monument, Rainbow Falls of een bezoek aan Lake Mary. We hadden geen tijd voor een wandeling van ca. 8 kilometer. Het schijnt overigens wel een aanrader te zijn……..

Zoals gezegd hadden we toch een aantal tussenstops gepland.

• De eerste was de minst spectaculaire, maar wel de duurste (een tankstop waarbij een gallon benzine bijna $4,50 deed à dit is voor Amerikaanse begrippen extreem duur).
• In het plaatsje Bishop (een waar 'wildwest'-dorp) stopten we bij het Laws Railroad Museum. We werden direct begroet door een meneer op leeftijd die wel in was voor een praatje. Hij vroeg zich werkelijk waar af of we in Nederland allemaal op klompen lopen. En voor hem nog belangrijker, hoe worden die dingen nou toch gemaakt? 😊 In het museum namen we een kijkje in het negentiende-eeuwse wilde westen in het Laws Railroad Museum. Het museum herbergt een collectie historische gebouwen, materialen en voorwerpen die herinneren aan het tijdperk van de Carson en Colorado Railroad. Beide spoorwegen verbonden de vallei met de rest van de bewoonde wereld. De kids kregen een speurtocht mee. Wel leuk, omdat ze als afsluiting nog een cadeautje mochten uitzoeken. Maar al met al duurde deze stop langer dan gedacht/gehoopt.
• Ook stopten we nog even bij de spookstad Rhyolite en Goldwell Open Air Museum (vlakbij de plaats Beatty - the Gateway to Death Valley). Rhyolite was tijdens de goudkoorts van 1905 een van de grootste steden van de omgeving, met kerken, hotels, een operagebouw en riolering, elektriciteit en telefoon. Toch liep de stad helemaal leeg, omdat het maar één mijn had, die niet eens winstgevend bleek te zijn en in 1911 gesloten werd.

De scenic drive (20 km) van Red Rock Canyon National Conservation Area besloten we om over te slaan. Aangezien we nog richting The Strip (Las Vegas) wilden gaan en het anders te laat zou gaan worden. Ons bezoek aan het Valley of Fire State Park (ook in de buurt van Las Vegas) zou later een mooi alternatief blijken te zijn voor Red Rock Canyon.

Rond half 6 arriveerden we bij onze camping in Las Vegas, het 5-sterren Oasis Las Vegas RV Resort. Noah en Lynn wilden dolgraag nog even zwemmen alvorens we de taxi naar The Strip zouden pakken. Prima plan, een verfrissende plons in een zwembad is best lekker na een lange dag autorijden!

Rond 8 uur ’s avonds pakten we middels Uber een taxi naar The Strip. De bezienswaardigheden in Las Vegas bevinden zich voornamelijk in en rondom de hotels aan The Strip. De hotels bieden onderdak aan casino’s, concertgebouwen, theaters, cafés en andere attracties. We lieten ons afzetten bij The Forum Shops, een winkelcentrum dat grenst aan het Caesars Palace. Het is een 59.100 m² groot winkelcentrum dat vooral luxegoederen aanbiedt. Het is een van een van de duurste winkelcentra in de wereld. Op Abercrombie & Fitch na, werd er verder niet heel veel gewinkeld. Wel werd er overheerlijk gegeten. We moesten een uurtje op een tafel wachten, maar bij The Cheesecake Factory hebben we heerlijk gegeten.

Het was inmiddels al behoorlijk laat geworden. Afsluitend hebben we nog (tot 2x aan toe) gekeken bij de Fountains of Bellagio. In dit prachtige kunstwerk spuiten verschillende water-ornamenten gelijk met de muziek en vormen zo een show. Erg leuk om te aanschouwen (dat vonden Noah en Lynn ook). De aanleg van dit “circus” in het bassin voor het Bellagio schijnt zo’n 40 miljoen dollar te hebben gekost!

Hierna pakten we (wederom met Uber) de taxi terug naar onze camping. Rond middennacht gingen de lichten uit. Wat een dag! Morgen zouden we het rustig aan doen (uitslapen en relaxen bij het zwembad) om ons bezoek aan Las Vegas ’s avonds af te sluiten op The Strip. Welterusten!