Dag 19 - Monument Valley / Kayenta
Door Alfred & Roy - 01-08-2019 06:35Vandaag stond onze tweede excursie op het programma. Daarvoor moesten we naar Monument Valley, oftewel het land van de Navajo (indianen). Om 8.45 ging onze wekker en pakten we onze spullen razendsnel in. Na het uitchecken en ons banaantje, reden we rond 8.30 uur weg uit Moab. De reis naar Monument Valley, of eigenlijk Kayenta (daar bevond zich ons hotel), was ongeveer 3 uur rijden. De reis ging prima, maar was verder niet enorm bijzonders. De bergen waren mooi, maar we beginnen er al aan te wennen. Tegen 11.15 kwamen de bekende bergen van Monument Valley in beeld, genaamd de West, East en Merrick Butte. Vanuit de verte maakten we een aantal prachtige foto’s en reden door richting het officiële park. Nadat we dit park betraden, bezochten we het visitorscenter welke een prachtig uitzicht had. De enige trail die je in dit park kunt wandelen, is 6,5km lang en aangezien het erg warm was besloten we deze te laten voor was hij is. We hadden ’s avonds immers een jeeptour door het gehele park. We keken wat rond en besloten een stukje de onverharde, en voor huurauto’s officieel verboden, weg in te rijden. Het zand bleek te mul te zijn voor normale auto’s, want de auto voor ons zat compleet vast in het zand. Nadat wij met een behoorlijke snelheid hier doorheen waren gescheurd (want er was geen plek om te draaien), zijn we doorgereden tot het eerste omkeerpunt. Dit wilde we onze auto, om meerdere redenen, niet aandoen. We besloten vast naar ons hotel, op 30 minuten rijden van het park, te gaan. Een, nogal chagrijnige indiaanse (niet te verwarren met Indiaase vrouw), vertelde dat we nog een uurtje moesten wachten. We reden weg en zochten een supermarkt op, om ons avondeten te kunnen scoren. De enige supermarkt in deze plaats had niks wat we ’s avonds zouden kunnen eten. Geen salades, geen opwarm maaltijden, geen brood, niks. Er zat niks anders op dan ’s avonds, na onze tour, ergen een hapje te eten. Na wat te hebben rondgereden in dit godverlaten oord, konden we inchecken. Dit keer werden we geholpen door een, andere, vriendelijkere vrouw. Onze kamer was groot en lekker ruim en onze auto kon op 2 meter van de ingang worden geparkeerd; heerlijk! We pakten wat spullen uit en besloten even het binnenzwembad te bekijken. Deze vonden we echter niet bijzonder en lieten de zwemkledij in de koffer. Nog geen 10 minuten later, gingen de sluizen van de hemelpoort open, en regende het kort maar krachtig. Op internet zag ik dat droog ging worden, maar ’s avonds best weer zou kunnen gaan regenen…
Om 16.50 stapten we in de auto, op weg naar het
verzamelpunt voor de excursie. Op het papier stond, dat we in ieder
geval 30 minuten van tevoren aanwezig moesten zijn. Dit werden er
45. Bij het hotel waar we verzamelden, werden we gelopen door een
Navajo-man welke een vrij fors hoofd had, zonder nek, en haar had
als een egel. Van hem kregen we de toegangsvoucher. Hierop stond
dat de tour ten alle tijden en onder alle weersomstandigheden zou
doorgaan. We wachtten een tijdje in de lobby en kwamen erachter dat
in dit hotel enorm veel Fransen zaten. Het was een gekakel van
jewelste. Om 18.00 uur kwam het leuke autootje voorrijden. Onze
chauffeur, Henri, was een echte Navajo: geboren en getogen. Qua
leeftijd schatten we hem begin 70. Uiteraard waren wij niet de
enigen. Een gezin uit Schotland zat voor ons, en achter ons een
Nederlands gezin. De ‘sunset’ tour kon beginnen. Het was wat
bewolkt maar de zon kwam er al doorheen. Volgens Henri kwam het
helemaal goed. We kregen een folder van hem, waarin stond welke
punten we gingen bezoeken, zodat we zelf konden meekijken. Hij
vertelde dat ze erg blij waren dat het ’s middags even had
geregend. Dit kwam weinig voor in de zomer en was hard nodig… Dit
was de goden verzoeken…
Het voertuig waar we in, of eigenlijk bovenop, zaten, zou in
Nederland niet door de keuring heen komen; laat staan qua
veiligheid. Het was een omgebouwde 4x4 jeep, met bovenop de
achterbak 4 rijen met bankjes. Dit alles werd omringd door een
ijzeren frame met voor de voorste rij een plexiglazen raam. Henri
was kort van gestalte en waggelde nogal. Zijn stem deed enorm veel
denken aan die van ‘dr Now.’ Uit de TLC serie ‘my 600 LBS life’. We
zaten nog geen 5 minuten op het leuke autootje, of we moesten er
alweer uit. We gingen namelijk een authentieke hut/woonhuis van de
Navajo’s bezoeken. Eenmaal binnengekomen zat er een oude vrouw op
de grond, met twee grote borstels waartussen ze schapenvacht kamde.
Hierna weefde ze er een touw van. Henri vertelde honderduit over
deze ouderwetse traditie. Het voelde echter enorm aan als een
toneelstukje. Dit werd nog versterkt toen de vrouw in kwestie (de
tante van chauffeur Henri), op haar mobieltje werd gebeld… Weg was
ons authentieke gevoel😉. Gelukkig zat de vrouw, net als honderden
jaren geleden, lekker voor een mobiele airco en was er in de hut
een stopcontact. De hut zelf was gemaakt van hout en aan de
buitenkant bekleed met zand/modder, welke was uitgehard.
Nadat we dit hadden gezien, een foto hadden gemaakt van de bellende mevrouw, en een fooitje hadden gegeven, zodat ze weer nieuw beltegoed kon kopen, reden we verder. De lucht werd er niet beter op, maar Henri hield moed. De rode bergen staken prachtig af, tegen de onheilspellende achtergrond. Nadat we in het park waren uitgestapt om een aantal foto’s te maken, begon het te spetteren. We stapten in en reden, via steile, onverharde wegen het park in. In de verte begon het te onweren en te weerlichten. Nog geen kwartier later gingen alle hemelsluizen, die deze middag dicht waren blijven zitten, tegelijkertijd open. Henri stapte uit en deed in de stromende regen de zijflappen van ons guitige jeepje dicht. Veel hielp het echter niet, want het water stroomde aan alle kanten naar binnen. We reden verder en Henri vertelde iets over de bergen die, als het droog en zonnig was, te zien waren. Inmiddels was het van stortregen overgegaan in een gigantische wolkbreuk. Voor, achter en langs onze auto stroomden geulen van water, aarde en stenen. Het onweer kwam steeds dichterbij en het Nederlandse gezin, welke achter ons zat, begon behoorlijk te panikeren. De vrouw riep maar dat ze bang was en dat ze het allemaal niet meer zag zitten. Ondertussen vertelde Henri door de microfoon, dat hij had vernomen dat sommige stukken waren weggespoeld. Zoals je begrijpt kwam dit de gemoedstoestand van eerdergenoemde vrouw, niet ten goede. Ze had haar ogen dicht en haar handen voor haar oren. Haar jongere dochter probeerde haar nog op te fleuren, door te zeggen dat het allemaal wel goed zou komen, maar de dame wist exact hoe ze deze positiviteit de grond in moest boren. Inmiddels had Henri gevraagd of we door wilden met de tour, of terug wilden naar ons startpunt. Eigenlijk deed de mening van niemand er iets toe, want de trillende vrouw wilde meteen terug. Ze vond het allemaal maar jammer van haar geld en van de mislukte foto’s. Haar man vroeg zich ondertussen af, of ze hun geld terug konden krijgen, aangezien we toch een half uur zouden missen. Wij vraten onszelf helemaal op, maar telden netjes tot 10. We probeerden terug te rijden, maar door de sterke stroming en rotsblokken die naar beneden spoelden, bleek dit nog niet zo makkelijk te zijn. Achter ons reden allemaal huurauto’s waar op sommige momenten de modder letterlijk naar binnen moet zijn gelopen, aangezien de modderstroom op sommige punten wel 50 cm hoog stond. Gelukkig zagen Alfred en ik de lol er wel van in en vonden we dit juist een hele ervaring.. de foto’s van de rotsen kunnen we online ook wel vinden, deze modderstromen niet. Eigenlijk hadden we twee tours in één, want raften was hier ook zeker mogelijk geweest. Een klein uurtje later, stonden we weer bij het hotel waar we waren begonnen en gaven we Henri een dikke fooi. Alfred bedankte hem voor het redden van onze levens.
Onderweg naar Kayenta werd de lucht steeds rustiger. Dit tot in
tegenstelling met de terugweg. Onderweg kwamen we 3 ambulances, 3
politiewagens en 1 brandweerwagen met loeiende sirenes tegen. Ze
reden richting Monument Valley...
Het was inmiddels 19.30 en we moesten nog eten. We besloten niet te
moeilijk te doen en gingen naar een fastfoodketen genaamd Church’s
Chicken. Hier hadden we nog nooit van gehoord, maar het woordje kip
zit erin, dus het zou wel goed zijn. Alfred bestelde een kipburger
met friet en ik nam twee stukken gefrituurde kip met friet. Het
smaakte best lekker. Roy zijn gefrituurde kip bleek goed gevuld te
zijn met botten. Dit betekende lekker kluiven en vieze
vingers…Lekker! Na het feestmaal zijn we naar het hotel gereden om
in de kamer bij te kunnen komen van ons avontuur.
Hotel: Wetherill Inn hotel, Kayenta
Gereden: 260 mijl (420km)
Gelopen: 4,5km
Reacties
Wilke 01-08-2019 13:23 {{button-59164}}
wim 01-08-2019 20:53 {{button-59177}}