Ma Flodder en wagenwielen
Door Familie Borst - 08-09-2019 15:57woensdag 21 augustus 2019, Sublette County, Verenigde Staten
We merken vooral ’s nachts goed dat we verder in het noorden
zitten. Het koelt dan flink af. Alex zag om half zeven vanmorgen
dat het 15 graden was in de camper. Met een extra deken hebben we
het in ieder geval niet koud gehad in bed; sterker nog, we hebben
weer prima geslapen. Overigens valt het bed in de camper ons zeker
niet tegen. Het bed is groot genoeg en het matras en de kussens
liggen goed.
De zon doet de temperatuur snel stijgen en we eten gewoon lekker
buiten in het zonnetje.
Dit was een doorgangscampground onderweg naar het noorden naar
Grand Teton en Yellowstone. M.a.w. na één nachtje hier slapen gaan
we vanmorgen weer verder. Vandaag hebben we geen hele lange rit
voor de boeg: slechts 200 km. Geen haast dus bij de
ochtendrituelen.
We rijden vanaf de campground langs Fremont Lake weer terug naar de
doorgaande weg. De omgeving hier doet ons denken aan de Schotse
Hooglanden: groene heuvels met veel losse zwerfkeien en
rotsblokken.
Het valt ons tevens op dat hier veel (mooie, grote) huizen met
muren van “gestapelde” boomstammen langs de weg staan (je weet wel,
van die huizen met gekruiste, uitstekende delen op de hoeken).
Bij Fremont Lake hadden we geen internetbereik, dus onderweg willen
we ergens pauzeren op een plek, waar we of 4G of Wi-Fi hebben. Onze
hoop is gevestigd op het enige stadje van redelijke omvang dat we
tegen zullen komen: Jackson.
Het blijkt dat we ook in Jackson geen 4G-ontvangst hebben. Op zoek
naar een plek om te pauzeren (bijvoorbeeld een parkeerplaats bij
een supermarkt) parkeren we de camper even langs de weg. Het blijkt
dat we in de buurt van een McDonalds staan en dat die McDonalds een
prima Wi-Fi uitstraalt. We staan hier dus helemaal prima en gaan
hier lunchen. Na de lunch zetten we het reisverslag van eergisteren
online.
Vandaag rijden we over verrassend goede wegen. Dat mag ook wel een
keer gezegd worden!
Op onze reisdagen door Amerika komen we regelmatig ‘road work’
tegen. Het verkeer rond deze wegwerkzaamheden is net wat anders
geregeld dan in Nederland. In veel gevallen is er van de twee
rijbanen maar één beschikbaar. Om het verkeer te regelen staan er
wegwerkers/verkeersregelaars met bordjes en vlaggetjes aan beide
kanten van het werkgebied. Het valt ons op dat het vaak – verveeld
kijkende – vrouwen zijn die deze functie mogen uitvoeren.
Het bord dat ze in hun hand hebben, staat op een paal die op de
grond rust. Het is aan hen de taak om de juiste zijde van het bord
de goede kant op te draaien. Op de ene kant staat ‘STOP’ en op de
andere kant staat ‘SLOW’. Met vlaggetjes kunnen ze aanvullende
aanwijzingen geven.
Vandaag naderen we als eerste auto een wegwerker met een STOP-bord.
Langzaam laat Alex de camper uitrollen, maar om er zeker van te
zijn dat we haar echt gezien hebben, blijft ze druk zwaaien met
haar vlaggetje tot we helemaal stil staan. We staan dus vooraan in
de wachtrij en kunnen haar goed observeren. Bij iedere naderende
auto achter ons begint ze weer vol overgave druk heen en weer te
vlaggen. Als er een asfaltauto nadert, geeft ze met een
ronddraaiende wapperactie aan dat deze door kan rijden langs de rij
als het tegemoet komend verkeer dat toelaat.
Deze wegwerkster doet ons aan iemand denken. We hebben alle tijd om
ons te realiseren dat het net ma Flodder is (alleen de sigaar en de
bloemetjesjurk ontbreken). Niet alleen een vlag en een
stop-slow-bord, maar ook een koelbox behoort tot haar psu
(persoonlijke standaard uitrusting). Af en toe opent ze de koelbox
tussen het vlaggen door. Een roze zakdoek doopt ze in de koelbox en
tilt deze er weer druipend uit. Met de kletsnatte zakdoek maakt ze
haar mouwen van haar houthakkersblouse nat. Dat herhaalt zich een
paar keer tot haar mouwen doorweekt zijn. Vervolgens knoopt ze de
natte zakdoek om haar nek. Kennelijk is het warm werk in de volle
zon. Tussendoor blijft ze scherp en attendeert ze het tegemoet
komend verkeer op de ‘SLOW’-kant van haar bordje. Al met al een
drukke baan.
Tien minuten later staat er een ‘pilot car’ voor ons klaar met een
‘FOLLOW ME’-bord achterop. Als het ‘STOP’-bord omdraait, mogen we
achter deze pilot car aanrijden. De chauffeur leidt ons met een
slakkengangetje en druk gesticulerend met zijn arm uit het raam
langs de werkzaamheden. Een kilometer verder laten we de
wegwerkzaamheden achter ons en vervolgen onze weg.
Het is nog aan het begin van de middag als we het Nationale Park
Grand Teton binnen rijden. We maken een stop bij het uitkijkpunt
‘Jenny Lake Overlook’. Aan de andere kant van het meer liggen de
drie karakteristieke bergen van Grand Teton: scherpe toppen met
enkele gletsjers op de hellingen. Kort daarna melden we ons
bij de receptie van Colter Bay, een bosrijke campground gelegen aan
Jackson Lake (het grote meer in Grand Teton op een hoogte van 2064
meter precies).
We maken later deze middag een kleine verkennende wandeling over
campground en langs het meer om te eindigen bij pizzeria ‘Cafe
Court’. Dit restaurant blijkt meer de kenmerken van een fast food
restaurant te hebben dan van een gezellige knusse pizzeria. Niet
alleen de salade krijg je in plastic bakjes, maar ook borden,
bestek en bekers zijn van plastic. Geen haute cuisine, maar plastic
cuisine? De pizza’s smaken op zich goed en zijn meer dan groot
genoeg: formaat wagenwiel! Twee pizza’s krijgen we niet op met ons
vieren. Aan één hadden we achteraf genoeg gehad. De overgebleven
pizzapunten nemen we mee in pizzadozen; wie weet morgen lekker bij
de lunch? Alex zal zich vooral de mier- en mierzoete Ice Tea
herinneren…
Bij de camper hebben we geen internetbereik (geen 4G en geen
Wi-Fi), Om ons reisverslag te kunnen posten lopen we later die
avond even naar de wasserette om daar gebruik te maken van de
Wi-Fi.