1958: Timeline NASA

National Aeronautics and Space Administration (NASA) is de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie. NASA werd vanuit de federale regering opgericht in de begindagen van de Koude Oorlog, toen de wedloop met Sovjet-Unie om nucleaire wapens en ruimtevaart losbarstte. Sinds die tijd heeft onderzoek bij NASA tot vele uitvindingen en innovaties geleid en zijn er tal van bemande en onbemande missies naar de ruimte geweest.

De vroege Koude Oorlog

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog was de VS wereldmacht nummer één. Het land had militaire superioriteit getoond door de uitvinding van de atoombom en het Amerikaanse vasteland was intact gebleven tijdens de oorlog. De Amerikaanse regering wou deze positie behouden en versterken en al snel werd onder president Dwight D. Eisenhower halverwege de jaren ‘50 geld vrijgemaakt om het onderzoek naar de dampkring en rakettechnologie te vergroten. Dit gebeurde (zoals zo vaak met technologische vooruitgangen) via het ministerie van Defensie.

Het belangrijkste doel van deze investeringen was het lanceren van een satelliet om deze in een baan om de aarde te krijgen voor wetenschappelijk onderzoek. De Sovjet-Unie kondigde snel daarna plannen aan om hetzelfde te doen. De Amerikaanse plannen waren echter te ambitieus en het omvangrijke budget schoot uiteindelijk tekort om de complexe ideeën tot een succesvol einde te brengen. Daar bovenop kwam de lancering van de Russische Sputnik op 4 oktober 1957 en er restte het Amerikaanse satelliet programma niets anders dan zo snel mogelijk haar eigen satelliet de ruimte in te sturen met de middelen die voorhanden waren. Dit lukte redelijk snel en op 31 januari 1958 lanceerde de VS de Explorer 1.

NASA

Oprichting NASA

Op initiatief van president Eisenhower werd in samenwerking met het Amerikaanse Congres na deze eerste succesvolle lancering op 1 oktober 1958 NASA opgericht. Men besefte dat een Amerikaanse ruimtevaartorganisatie een volwaardig onderdeel van de federale overheid moest zijn om succes te kunnen garanderen en te voorkomen dat men weer achterop zou raken ten opzichte van de Sovjet-Unie. De oprichting van NASA werd officieel vastgelegd in een wet.

Aanvankelijk bestond het Amerikaanse ruimteprogramma slechts uit één commissie, het zogenaamde National Advisory Committee for Aeronautics. De instelling werd in zijn geheel (met zijn 8000 werknemers en een jaarlijks budget van 100 miljoen dollar) opgenomen in NASA, samen met drie belangrijke laboratoria en twee testlocaties. Daarna begon een proces van overname, waarbij NASA zich zou vestigen op locaties waar al belangrijke onderzoekscentra geconcentreerd waren. Onder deze centra bevonden zich onder andere het onderzoekscentrum van de marine in Maryland, een instituut in Californië dat zich bezighield met onderzoek naar jetmotoren en een legeronderdeel in Alabama dat militaire raketten ontwikkelde. De centra werden een effectief onderdeel van NASA en de organisatie groeide aanzienlijk. Tegenwoordig heeft NASA tien van dit soort locaties over het hele land.

Eerste mens in de ruimte

Na het succesvol lanceren van een satelliet was de eerste uitdaging van NASA om een mens de ruimte in te sturen. Weer was de Sovjet-Unie de VS de baas, want op 12 april 1961 was Yuri Gagarin de eerste man in de ruimte. Waar het bij de lancering van de eerste satelliet acht maanden duurde voordat de VS in actie kwam, werd er nu sneller gehandeld. Binnen een maand stuurde ook de VS zijn eerste astronaut naar de ruimte. Alan B. Shepard jr. maakte op 20 mei 1961 een vlucht van een kwartier door de atmosfeer in de Mercury-capsule. Een jaar later, in februari, was John H. Glenn jr. de eerste Amerikaanse astronaut die een baan rond de aarde maakte.

Na deze twee succesvolle uitvoeringen binnen het Mercury-project (zoals de eerste fase genoemd werd) startte NASA het Gemini-project. Dit project had als doel om een ruimtevaarttuig te bouwen dat twee astronauten kon vervoeren (Gemini is de Latijnse benaming voor tweelingen). Gemini resulteerde in tien succesvolle vluchten waarbij tal van nieuwe data werden vergaard en NASA haar techniek verbeterde. Het hoogtepunt van project Gemini vond plaats tijdens de vierde vlucht in juni 1965 toen Edward H. White jr. de eerste Amerikaanse ruimtewandeling maakte.

Astronaut NASA

Project Apollo

Met dit derde grootschalige project bereikte de ambities van NASA de fantasieën van onderzoekers en normale Amerikanen, zo niet de gehele wereld. President John F. Kennedy maakte in mei 1961 bekend dat het Apollo-project ernaar streefde om binnen het decennium een man op de maan te laten landen en hem weer veilig naar de aarde terug te laten keren. De aankondiging kwam na enkele Russische successen in de ruimte; dit plan was een manier om de Russen de pas af te snijden en de wereld te laten zien dat de VS wetenschappelijk en technisch superieur was aan de Sovjet-Unie.

Het gigantische project zou elf jaar in beslag nemen en meer dan 25 miljard dollar kosten. Het was de grootste Amerikaanse niet-militaire onderneming sinds de aanleg van het Panama-kanaal. Er waren enkele tegenslagen, waaronder een brand in een capsule op de grond in januari 1967 waarbij de eerder genoemde astronaut White samen met twee anderen omkwam, maar over het geheel was het project een groot succes.

De eerste grote stappen werden genomen in het najaar van 1969, toen de Apollo-capsules 8 en 9 in een baan om de aarde en de maan werden gebracht. De wereldberoemde maanlanding kwam tot stand door de bemanning en het team van de Apollo 11-missie. Neil Armstrong zette op 20 juli 1969 de eerste menselijke stappen op de maan.

Er volgden nog vijf succesvolle missies naar de maan. Alleen de Apollo 13-missie van april 1970 mislukte en keerde terug zonder de maan te hebben bereikt. Het publiek volgde gespannen toen NASA moest improviseren omdat de drie astronauten aan boord bijna zonder zuurstof kwamen te zitten. In december 1972 vond de laatste Apollo-missie plaats, waarbij voor het eerst een wetenschapper tot astronaut werd opgeleid. NASA had binnen elf jaar zes keer een voertuig op de maan laten landen, waarbij twaalf astronauten een wandeling over het maanoppervlak maakten.

Maanlanding Apollo

De spaceshuttle

Pas negen jaar na het einde van de Apollo-missies zou NASA met een nieuw project de bemande ruimtevlucht verder ontwikkelen. Wederom was het project ambitieus te noemen, want op 12 april 1981 werd de eerste spaceshuttle gelanceerd. Uniek aan dit ruimtevaartuig was dat het op een vliegtuig leek en verticaal opsteeg met behulp van brandstofraketten.

In het begin van de jaren ’80 werden er meer experimenten met de shuttle uitgevoerd en nieuwe ruimtevaartpakken ontwikkeld. De veiligheid van de astronauten was echter nog niet gegarandeerd en op 28 januari 1986 ontplofte een van de brandstofraketten van de Challenger-shuttle, slechts 73 seconden na de lancering. Alle zeven bemanningsleden overleden en het Spaceshuttle-project lag twee jaar stil. In deze periode werkte NASA aan manieren om de brandstofraketten minder kwetsbaar te maken en de veiligheid van de astronauten te vergroten. In september 1988 vloog de eerste shuttle weer.

In februari 2003 had NASA al 87 succesvolle shuttle-missies op haar naam staan, maar op de 1e van de maand ging het helemaal mis. Tijdens de landingsprocedure klapte de Columbia-shuttle op vijftien minuten van de aarde uit elkaar. Na onderzoek bleek dat bij de lancering twee weken eerder een stuk isolatiemateriaal van een van de brandstoftanks tegen de onderkant van de linkervleugel was geslagen. Door extreme hitte tijdens de terugkeer door de dampkring ontstond er op die plek een gat in de vleugel. Gas drong de cabine van de shuttle binnen en veroorzaakte een ontploffing waarbij het ruimteveer uit elkaar spatte en alle zeven bemanningsleden omkwamen.

Het Spaceshuttle-programma lag weer twee jaar stil. In 2005 vond de lancering van de Discovery plaats. Hierna werden nog drie missies uitgevoerd, waarvan de Atlantis-missie in 2011 de laatste was. Wegens te hoge kosten werd besloten om het Spaceshuttle-programma te beëindigen.

Spaceshuttle lancering

Ruimtestations

In de periode tussen de Apollo- en Spaceshuttle-projecten was NASA vooral bezig met de ontwikkeling van onbemande satellieten en een basis in de ruimte waar mensen langere tijd konden verblijven. Hiertoe startte in 1973 het Skylab-programma. Er werd een klein laboratorium in een baan om de aarde gebracht waar astronauten voor langere tijd werkzaam waren. De eerste missie duurde 28 dagen, en de twee daarna 59 en 84 dagen.

Tijdens de Koude Oorlog was er niet alleen maar haat en nijd tussen de VS en de Sovjet-Unie. Men besefte dat de twee machtsblokken op technisch gebied veel van elkaar konden leren en de ruimtevaart naar een hoger podium konden tillen. In 1975 ondernamen de landen een gezamenlijke ruimtevlucht, waarbij ze vanuit hun eigen land vertrokken en elkaar in de ruimte ontmoetten. Dit zou het begin betekenen van verregaande internationale samenwerking. In 1984 werden de eerste Amerikaanse plannen gemaakt voor een ruimtestation. Uiteindelijk zou dit Alpha-station pas in 1993 operationeel zijn, omdat er vele malen veranderingen aan het ontwerp en het beschikbare budget werden aangebracht. Hierna kwam de internationale samenwerking pas goed op gang. De Koude Oorlog was inmiddels voorbij en in 1993 werkten de VS en Rusland samen met kleinere partners aan de ontwikkeling van een internationaal ruimtestation. De expertise van de Russen was hierin belangrijk, want zij hadden met hun stations Mir en Salyut al veel ervaring opgedaan met langdurig verblijf in de ruimte.

Op 2 november 2000 kwamen de eerste astronauten aan bij het International Space Station (ISS), waarmee de permanente bemanning van het station begon. Aan boord verblijven voor lange periodes astronauten, kosmonauten en wetenschappers van over de hele wereld, die voortdurend onderzoek verrichten.

Internationaal ruimtestation ISS

Verkenning

Naast ontwikkelingen op het gebied van bemande ruimtevaart en ruimteverblijf heeft NASA ook veel wetenschappelijke verkenningsvluchten uitgevoerd met satellieten, telescopen en landings- en verkenningsvoertuigen. De eerste reeks van dit soort projecten vond plaats tussen 1972 en 1977 toen de Pioneer 1 en 2 en de Voyager 1 en 2 gelanceerd werden. De Pioneers bestudeerden de ruimte rondom Jupiter en Saturnus en de Voyagers maakten een rondreis door ons zonnestelsel.

Een belangrijke vooruitgang was de ontwikkeling van de Hubble-telescoop, die in 1990 in een baan om de aarde werd gebracht. Sindsdien heeft de telescoop veel foto’s genomen van het universum, waardoor nieuwe planeten en sterren zijn ontdekt. Ook leveren de foto’s een schat aan informatie op over de samenstelling van de nabije planeten.

Sinds de jaren ’90 is de mensheid vooral bezig met de mogelijkheid om ooit voet op een andere planeet te zetten. De planeet die daar het meest voor in aanmerking komt is Mars. Dit is dan ook de plek waar de meeste onbemande wetenschappelijk vluchten naartoe gaan.

Bij de eerste poging ging het mis; in augustus 1993 verdween de Mars Observer nadat hij in een baan om Mars was beland. Daarna was er veel succes. Sinds 1998 maakt de Mars Global Surveyor foto’s van het oppervlak om de rode planeet in kaart te brengen. In 1997 landde de Mars Pathfinder om onderzoek te doen met een klein onbemand karretje. Deze missie was een groot succes dat via internet door velen gevolgd werd. Ook de Spirit en Opportunity die in januari 2004 landden waren erg succesvol. In 2012 kwam daar de landing van de Curiosity bij, een verkenner die speciaal ontwikkeld is om naar bewijzen van leven op Mars te zoeken.

Toekomst

Inmiddels wordt er stevig bezuinigd op het budget van NASA. President Obama kan het in de huidige slechte economische en financiële omstandigheden niet langer verkopen dat er miljoenen dollars in veelal avontuurlijke en onzekere projecten worden gestoken. NASA zal zich in de toekomst vooral inzetten voor een nieuwe missie naar de maan. Men zal dus terugkeren naar waar het allemaal begon.

1955: Begin African-American Civil Rights Movement1960: Olympische Winterspelen in Squaw Valley

Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan