1964: Civil Rights Act

Rassenscheiding heeft een erg belangrijke rol in de Amerikaanse geschiedenis gespeeld. Vanaf de jaren 1960 kwam rassenscheiding op de politieke agenda en werd er gepoogd een einde aan te maken. Op 2 juli 1964 tekende de toenmalige Amerikaanse president Lyndon Baines Johnson de Civil Rights Act van 1964. Deze wet verbood discriminatie op grond van huidskleur, ras, sekse en religie in alle openbare gebouwen en overheidsinstellingen. Dit betekende onder meer dat zwarte studenten niet meer geweerd mochten worden uit openbare scholen.

Aanloop

Al sinds de afschaffing van de slavernij speelden rassenkwesties een belangrijke rol in de Amerikaanse samenleving. Halverwege de twintigste eeuw richtte de publieke opinie zich steeds meer op de segregatie en sociaaleconomische achterstelling van de Amerikanen met een donkere huidskleur. Deze groep bedroeg 10% van de totale Amerikaanse bevolking. Al in 1954 besloot het Hooggerechtshof in de zaak ‘Brown versus Topeka School Board’ dat rassenscheiding in openbare scholen ongrondwettig was. In de dagelijkse praktijk bleef rassenscheiding echter vaak nog gehandhaafd, met name door schoolbesturen in het zuiden.

Regelmatig escaleerde de situatie, zoals het geval was in Little Rock, Arkansas. In 1957 wilden zwarte leerlingen hier naar een openbare, tot dan toe blanke, school. Het blanke protest hiertegen was zo hevig dat de zwarte leerlingen alleen onder begeleiding van het federale leger de school in konden. Een ander voorbeeld is de langdurige busboycot van 1955 in Montomery, Alabama, die geleid werd door dominee Martin Luther King. De aanleiding voor de boycot was het feit dat Rosa Parks, een donkere vrouw, in Montgomery uit een bus was gezet, nadat ze geweigerd had op te staan voor een blanke passagier.

Ondertekening Civil Rights Act

Civil Rights Movement

Al deze gebeurtenissen leidden tot het ontstaan van de civil rights movement, rond 1961. Deze beweging, geleid door Martin Luther King, wou door middel van geweldloos verzet en burgerlijke ongehoorzaamheid gelijke behandeling van alle rassen afdwingen. De beweging hield hiertoe bijvoorbeeld sit-ins in blanke restaurants, waarmee geprotesteerd werd tegen de scheiding van de rassen en het blanke superioriteitsdenken. Hoewel de beweging in wezen geweldloos was, leidden de protesten regelmatig tot geweld. Dit kwam met name doordat blanke voorstanders van rassenscheiding met geweld reageerden op de zwarte protesten.

Confrontatie in Birmingham

Het verminderen van de rassenscheiding en discriminatie stond begin jaren ’60 niet heel hoog op de politieke agenda van president John F. Kennedy. Hij wist, dat als hij hier een groot punt van zou maken, hij de steun van de zuidelijke Democraten zou verliezen. Kennedy ondernam pas echt actie toen in 1963 de hele wereld kon zien hoe ernstig de problemen rond de segregatie waren. Martin Luther King en de Southern Christian Leadership Conference (SCLC) organiseerden in 1963 een protest in de meest racistische stad van Amerika: Birmingham, Alabama. De organisatie anticipeerde op gewelddadige reacties op het protest, vandaar dat het ‘Project C’, voor ‘confrontatie’, werd genoemd. King wou heel Amerika laten zien hoe gewelddadig het racisme in Amerika was.

De demonstratie werd geleid door zo’n duizend kinderen, die de voorste rijen van de protestmars vormden. Dit weerhield de lokale politiechef er niet van om in de aanval te gaan. De kinderen werden omver gemaaid met sterke waterkanonnen, waarna politiehonden op de menigte werden losgelaten. Dankzij de televisieploegen die aanwezig waren, kon heel de wereld deze gruwelijke beelden zien. Door de protesten in Birmingham kwam het beperken van segregatie hoog op de politieke agenda te staan.

Mars naar Washington

Het hoogtepunt van de Civil Rights movement was de Mars naar Washington DC op 28 augustus 1963. Bij het Lincoln Memorial hield Martin Luther King voor meer dan 250 duizend mensen zijn historische ‘I have a dream’-toespraak. Dit leidde ertoe dat president Kennedy Martin Luther King ontving op het Witte Huis en hem wetgeving beloofde die de rassenscheiding zou opheffen.

Civil Rights March

Civil Rights Act

Op 22 november 1963 werd president John F. Kennedy vermoord. Vice-president Lyndon Baines Johnson, die direct als president werd aangesteld, was van mening dat de federale overheid het leven van Amerikanen actief moest verbeteren, ook het leven van zwarte Amerikanen. Johnson tekende de Civil Rights Act van 1964, die wettelijk een einde maakte aan discriminatie op basis van ras, huidskleur, religie, nationaliteit en sekse in overheidsinstellingen en openbare gelegenheden. Ook mocht er niet meer gediscrimineerd werden bij het toekennen van werk en stemrecht.

De oorspronkelijke tekst van de Civil Rights Act maakte overigens geen melding van discriminatie op basis van sekse. Dit werd toegevoegd door een zuidelijk congreslid, in de hoop dat deze toevoeging verdere doorgang van de wet zou tegenhouden. De toevoeging zorgde er echter voor dat een groep vrouwen uit het Huis van Afgevaardigden vóór stemde, waardoor de wet juist wel werd aangenomen. De wet gaf de overheid de macht om minder overheidsgeld te geven aan instellingen die discrimineerden. Ook werd een comité opgericht dat beschuldigingen van discriminatie op de werkvloer moest onderzoeken.

Na de Civil Rights Act

Met het aannemen van de Civil Rights Act was de strijd nog niet gestreden. Veel Amerikanen vonden het niet de taak van de overheid om rassendiscriminatie te beëindigen. Bovendien had segregatie zo lang deel uitgemaakt van de Amerikaanse samenleving dat de veranderingen niet zonder slag of stoot gingen. Voor een groep radicale zwarten was het geweldloze verzet van King niet genoeg. Zij voelden zich na het invoeren van de Civil Rights Act nog altijd gediscrimineerd en achtergesteld. Malcolm X, de leider van de Black Muslims, sprak deze groep aan met zijn boodschap van zwarte trots. De radicale groep, die uit slechts een klein deel van de zwarte bevolking bestond, was van mening dat er naar wapens gegrepen moest worden om gelijkheid af te dwingen. Dit zorgde weer voor een tegenreactie van voormalige blanke sympathisanten van de civil rights movement. Zij gingen zich uit angst bewapenen en keerden zich af van de beweging. Het zou nog heel wat tijd en moeite kosten voordat de rassenongelijkheid in Amerika écht zou verdwijnen.

1964: Golf van Tonkin-incident1968: Moord op Martin Luther King

Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan