Philadelphia, stad met een roemrijk verleden

Daarmee had de latere president het mis, zoals we inmiddels weten. Het is The Fourth of July geworden, de dag waarop de verklaring na het luiden van de Liberty Bell bekend werd gemaakt. Dat het de belangrijkste Amerikaanse feestdag zou worden, had Adams wel goed gezien.

Dat het allemaal in Philadelphia gebeurde, is simpel te verklaren. Het was met zo’n 50.000 inwoners de grootste en belangrijkste stad in de kolonie, met – na Londen – ook de grootste haven van het Britse rijk. Philadelphia was daarom een voor de hand liggende plaats om bijeen te komen in het State House of the Province of Pennsylvania, de huidige Independence Hall. Daar werd niet alleen de onafhankelijkheidsverklaring opgesteld, maar later ook de Amerikaanse vlag bedacht en de Articles of the Confederation (waarmee de dertien staten een confederatie van ‘Verenigde Staten’ vormden) en de Grondwet opgesteld. Independence Hall is dan ook een van de belangrijkste historische gebouwen van de Verenigde Staten. Het maakt deel uit van het Independence National Historical Park, staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en is wat je noemt een must visit.

Dat geldt uiteraard ook voor de vlakbij opgestelde Liberty Bell die in 1776 op The Fourth of July werd geluid om de burgers van Philadelphia bijeen te roepen om de Declaration of Independence te horen voorlezen. Beroemd aan de klok is vooral de barst, die ondanks – of juist dankzij – ettelijke reparatiepogingen steeds groter is geworden. De Liberty Bell is gratis te bekijken, maar wordt als een van de belangrijkste Amerikaanse symbolen streng bewaakt.

Maar er is meer. Als je dit gezien hebt, is het de moeite waard om richting City Hall en het winkelcentrum te lopen via Spruce Street, waar een kleine, mooi onderhouden joodse begraafplaats is. Hier ligt onder meer Nathan Levy, die aan boord van zijn schip vanuit Londen de klok transporteerde die later de Liberty Bell zou worden. Overigens zou uit recent onderzoek zijn gebleken dat de klok toch aan boord van een ander schip naar Amerika is gekomen.

De buurt hier, Society Hill, is een van de oudste van de hele Verenigde Staten met veel achttiende- en negentiende-eeuwse huizen. Vooral Quince Street, Jessup Street en directe omgeving zijn bijzonder: hele smalle straatjes waar, zoals het cliché luidt, de tijd heeft stilgestaan (al zullen de huizen tegenwoordig in veel betere staat verkeren dan twee eeuwen geleden). Een enkele bewoner van dit buurtje heeft heel stijlvol de oorspronkelijke Stars and Stripes met dertien sterren uitgehangen.

Philadelphia heeft nog een ander glorieus verleden, maar daar is minder van terug te vinden. Het is lange tijd een van de belangrijkste industriesteden van de Verenigde Staten geweest, een echte blue collar city, met staalindustrie, locomotief- en machinefabrieken, scheepswerven en olieraffinaderijen. Met enige onbescheidenheid noemde de stad zichzelf The Workshop of the World. Er is nauwelijks iets van over. Weliswaar zijn er andere activiteiten voor in de plaats gekomen – vooral telecom en dienstverlening – maar de werkloosheid is in Philadelphia hoger dan het landelijk gemiddelde. Naar verluidt zou rond een kwart van de bevolking op of onder de armoedegrens leven (en dat is veel, zeker als je bedenkt dat Philadelphia zo’n 1,5 miljoen inwoners heeft). Veel buitenwijken met rijtjeshuizen – de karakteristieke vorm van architectuur in de stad – maken dan ook een weinig florissante indruk.