Politiek gedoe: hoe belangrijk is het?

Er was wel weer het een en ander aan de hand. De security clearance van Trumps schoonzoon en adviseur Jared Kushner werd deels ingetrokken, er liepen wat stafmedewerkers weg (dat is bijna een permanent verschijnsel) en het onderzoek naar de Russische bemoeienissen tijdens de verkiezingscampagne brengt steeds meer aan het licht en komt steeds dichter bij de president zelf. Beleidsmatig gooide Trump een bommetje met de aankondiging een importheffing te willen invoeren op staal, met als mogelijke consequentie een handelsoorlog tussen de VS, China en Europa.

Nu is deze site niet bedoeld voor politieke berichtgeving en commentaren, pak daarvoor de papieren of de digitale krant maar. Aanleiding om het onderwerp toch even aan te stippen is een ontmoeting die ik onlangs op een feestje had met vrienden van vrienden. Ze planden een vakantiereis naar de Verenigde Staten (verstandige mensen!), maar twijfelden nog een beetje: kan je er eigenlijk wel heen met al dat gedoe of beland je in een staat van wanorde? Breder geformuleerd: wat merk je als bezoeker of toerist van alle toestanden die we bijna dagelijks in de media zien langskomen?

Het antwoord daarop is heel eenvoudig: niets. Alle affaires die zich in de Washingtonse slangenkuil afspelen en groot in het nieuws komen, hebben geen effect op het dagelijkse leven. De chaotische politieke situatie is niet gunstig voor het land, zo reëel moet je zijn, maar heeft op de korte termijn geen merkbare gevolgen, niet voor de Amerikanen zelf en al helemaal niet voor bezoekers. Beleidswijzigingen zoals de onlangs ingevoerde grote verandering van de belastingwetgeving hebben zeker effect, maar pas op de langere termijn (en ook dan niet voor bezoekers).
Vergelijk het met het onlangs opstappen van minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken bij ons. Dat was – terecht – dagenlang groot nieuws, het haalde zelfs de buitenlandse media. Wanorde in het kabinet, crisissfeer in Den Haag! Allemaal waar, maar wat had het voor effect op de dagelijkse gang van zaken? De winkels gingen de volgende dag gewoon weer open, iedereen ging naar school of naar het werk, de trein reed met niet meer vertraging dan normaal, enzovoort. Het belang van dergelijke gebeurtenissen is uiteindelijk niet zo groot.

Het enige waar je als bezoeker van de Verenigde Staten onlangs last van kon hebben was de zogenoemde shutdown. Vanwege een conflict over het maximale begrotingstekort dat niet meer mocht worden overschreden, sloten overheidsinstellingen hun deuren. Overigens is dit ook ten tijde van president Obama een keer gebeurd, dus je kunt het niet exclusief zien als een blijk van falen van de regering-Trump. Het was hoe dan ook vervelend, want ook de Nationale Parken vallen onder die maatregel en bleven dus dicht. Dat duurde trouwens maar een paar dagen, de politieke schade werd voor de dwarsliggende partij domweg te groot, zodat er al snel een compromis werd gesloten.

Bovendien realiseren wij ons vaak niet goed wat het federale karakter van de Verenigde Staten inhoudt. Het betekent dat er vijftig staten zijn met elk een eigen regering, een eigen parlement en een eigen supreme court. Elke staat maakt ook z’n eigen wetten binnen de ruimte die de federale wetgeving daarvoor biedt. Daarbij is er een behoorlijke beleidsvrijheid – denk aan de regels rond alcohol en recent de legalisering van de teelt en het gebruik van cannabis in een aantal staten. Als Washington daar een einde aan zou willen maken (en daar lijkt het wel op), dan is dat een proces dat jaren gaat duren en door tegenstemmende staten nog zou kunnen mislukken ook. En handig om te weten als er ooit weer een shut down komt: behalve National Parks zijn er ook State Parks (alleen Californië heeft er al bijna 300) – en die blijven in zo’n geval wél open.