1497: John Cabot claimt Newfoundland

In 1497 zette ontdekkingsreiziger John Cabot in dienst van Engeland voet op Newfoundland, aan de oostkust van Canada. Hij claimde het gebied voor de Engelse koning, die hoopte om - net als Spanje met Columbus had gedaan - koloniën in de Nieuwe Wereld te kunnen stichten. Cabots ontdekking was het begin van het grote koloniale rijk dat Engeland in Noord-Amerika op zou bouwen en waaruit het huidige Canada en de Verenigde Staten zouden voortvloeien.

John Cabot

In 1492 maakte de Italiaanse zeevaarder Christoffel Columbus, op zoek naar een kortere route naar Azië, in opdracht van de Spaanse koning zijn beroemde reis waarmee hij Amerika ontdekte. Dit zette het wereldbeeld van Europeanen volledig op zijn kop. Andere landen probeerden het succes van Spanje te evenaren en zetten eigen expedities op touw. John Cabot, (in het Italiaans Giovanni Caboto, ca. 1450-ca. 1499), had veel ervaring met zeereizen. Jarenlang was hij actief in de handelsvaart in het oostelijke Middellandse Zeegebied en deed hij diverse Arabische (haven)steden aan, waaronder Mekka. Hij wilde graag de Nieuwe Wereld in. Spanje en Portugal bedankten voor zijn diensten. Daarom verhuisde Cabot in 1495 naar Bristol, een logische vertrekplaats voor reizen naar het westen. In 1496 nam de Engelse koning Hendrik VII Cabot in de arm, om zijn eigen ontdekkingsreis naar de landen aan de overkant van de oceaan - waarvan men niet doorhad dat het niet Azië was, maar een compleet nieuw werelddeel - te ondernemen.

John Cabot

Newfoundland

In 1496 ondernam Cabot zijn eerste poging, maar al snel moest hij vanwege onenigheid met zijn bemanning, slecht weer en te weinig voorraden weer omkeren. Na de aankomst in Bristol bereidde hij een tweede poging voor. In mei 1497 kwam die tweede poging: met het kleine schip de Matthew en twintig bemanningsleden (zeelieden, handelaren uit Bristol, en twee scheepsartsen uit Bourgondië en Genua) zette hij koers naar het westen. Vanuit Bristol voer de Matthew de Atlantische Oceaan op. De reis verliep voorspoedig en na een ruime maand (35 dagen) kregen ze land in zicht. Het is niet precies bekend of ze Newfoundland, Labrador of Cape Breton bereikten, maar over het algemeen wordt aangenomen dat ze Newfoundland ontdekten. Cabot zelf meende natuurlijk dat het de noordoostkust van Azië was. Eeuwen geleden hadden de Vikingen deze Canadese regio al ontdekt, en mogelijk waren vissers uit Engeland en Frankrijk ook al eens bij de rijke visgronden voor de kust van Newfoundland terechtgekomen. Koning Hendrik VII verleende Cabot toestemming kreeg om onbekende ‘eilanden, landen, regio’s of provincies’ te ontdekken en voor Engeland te claimen. Een maand lang voer Cabot met zijn gevolg de kust af. Hij benoemde diverse kapen en eilanden. Het land was bebost en er waren sporen van menselijke bewoning, hoewel ze geen inheemse bewoners tegenkwamen. Opvallend was de hoeveelheid vis die er in zee zat; het schijnt dat ze de vissen met manden vol uit het water konden halen. De reis terug duurde slechts vijftien dagen.

Cabot gaat ten onder

Cabot bracht koning Hendrik het goede nieuws en hij nam zich voor om een tweede, grotere expeditie op te zetten, waarbij ze misschien een kolonie konden vestigen en met de ‘Grote Khan’, zoals men in Europa de keizer van China noemde, in contact konden komen. Hendrik stemde in februari 1498 in en Cabot verzamelde dit keer een vloot van vijf schepen. Volgeladen met handelswaar en deels bemand met gevangenen die hem door de koning waren toegewezen, voeren Cabot en zijn schepen weer westwaarts. Deze keer was hij echter minder fortuinlijk: van de vijf schepen werd nooit meer iets vernomen nadat ze vermoedelijk in een storm ten onder zijn gegaan.

1534: Ontdekkingsreiziger Jacques Cartier

Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan