1980: Marathon of Hope door Terry Fox

Terry Fox (28 juli 1958 – 28 juni 1981) was een Canadese atleet en activist voor kankeronderzoek. Nadat zijn rechterbeen werd afgezet als gevolg van een kwaardaardige bottumor besloot hij van de Canadese oostkust naar de westkust te rennen om zo geld op te halen voor kankeronderzoek. Hierbij rende hij iedere dag 42 kilometer, een marathonafstand, op een gezond én een prothesebeen. Zijn tocht, die hij de naam Marathon of Hope gaf, heeft hij halverwege moeten beëindigen omdat hij uitzaaiingen in zijn longen had.

50% overlevingskans

Terry werd in 1958 geboren als tweede zoon in het gezin Fox. Naast Fred, zijn oudere broer, maakten later ook zijn jongere broer Darrell en zijn zusje Judith deel uit van de familie. In 1966 verhuisde het gezin naar Port Coquitlam (British Columbia) waar Terry naar school ging. Op jonge leeftijd was hij al erg sportief. Hij deed aan voetbal, rugby en honkbal, maar zijn echte passie lag bij het basketballen. Hier was hij echter niet zo goed in. Terry had zijn lengte niet mee en het lukte hem maar niet om in het schoolteam te komen. Hierop suggereerde zijn gymleraar dat hij langeafstandslopen eens moest proberen. Terry zag dit in eerst instantie niet zo zitten, maar probeerde het toch om zijn leraar niet teleur te stellen. Ondertussen bleef hij basketballen en hier werd hij steeds beter in. In grade 10, op zestienjarige leeftijd, werd Terry bij iedere basketbalwedstrijd van zijn schoolteam opgesteld en in grade 12 ontving hij samen met zijn beste vriend Doug Alward de award voor atleet van het jaar op zijn high school. Na de high school ging Terry naar de Simon Fraser University waar hij een opleiding tot docent lichamelijke opvoeding volgde.

In november 1976 reed Terry van zijn universiteit naar Port Coquitlam toen hij onderweg tegen een vrachtwagen botste. Hoewel de auto total loss was, kwam Terry er met slechts een zere knie vanaf. De pijn bleef echter aanhouden en in maart 1977 bezocht hij opnieuw het ziekenhuis. Hier ontdekten de artsen dat hij een osteosarcoom, een kwaardaardige bottumor, bij zijn knie had. Hoewel er volgens de artsen geen verband was tussen het ongeluk en de tumor, geloofde Terry dat zijn verzwakte knie extra vatbaar was geworden voor ziektes. De artsen amputeerden Terry’s rechterbeen net boven zijn knie en lieten hem vervolgens chemotherapie ondergaan. Dankzij de recente medische vooruitgang zou Terry’s overlevingskans vijftig procent zijn, in tegenstelling tot de vijftien procent van een paar jaar eerder. Deze verhoogde overlevingskans maakte veel indruk op Terry en volgens de verhalen raakte hij meer en meer geintrigeerd door kankeronderzoek.

Kunstbeen

Na de amputatie kreeg Terry een kunstbeen aangemeten. Dankzij zijn prothese was hij drie weken na zijn operatie alweer in staat om te lopen. Veel energie om rond te lopen had Terry echter niet, omdat hij na de ingreep nog zestien maanden chemotherapie moest ondergaan. In het British Columbia Cancer Control Agency zag hij, terwijl hij zijn behandelingen onderging, met lede ogen aan hoe kanker gezonde mensen in slappe, kleurloze figuren veranderde. Zelf voelde Terry zich bij tijd en wijle prima en zo kon het dat hij in de zomer van 1977 zijn eerste potjes rolstoelbasketbal speelde. Hij kreeg al snel een plek in het nationale rolstoelbasketbalteam van Canada en won drie jaar achtereen het nationale kampioenschap. In 1980 werd hij zelfs uitgeroepen tot all-star van de North American Wheelchair Basketball Association.

Marathon of Hope

De dag voordat Terry’s been werd geamputeerd kwam zijn high school-gymleraar, de man die hem had aangemoedigd om aan langeafstandslopen te gaan doen, hem opzoeken. Hij had een artikel over Dick Traum bij zich. Traum was de eerste atleet die de New York City Marathon wist te volbrengen met een kunstbeen. Zijn voormalige leraar hoopte dat het artikel Terry op zou beuren en inspireren. En dat deed het. Ongeveer een jaar na zijn operatie begon Terry met het trainen voor een marathon. Omdat de veren in zijn kunstbeen tijd nodig hadden om in- en uit te rekken leerde Terry zich een bijzondere loopmanier aan: hij maakte twee passen met zijn linkerbeen en dan een met zijn rechter. Hoewel het rennen veel moeilijker ging dan met twee gezonde benen en Terry kneuzingen, blaren en bloedende wonden moest doorstaan, gaf hij niet op. In augustus 1979 nam hij deel aan zijn eerste marathon. Hij kwam tien minuten na de laatste deelnemer binnen, maar werd met luid applaus onthaald. Hierop besloot Terry werk te maken van het plan dat al geruime tijd door zijn hoofd spookte: hij wilde heel Canada doorkruisen om zo meer aandacht te krijgen voor de slopende ziekte die kanker heet. Iedere dag zou hij 42 kilometer lopen en hij zou hiermee om vijf uur in de ochtend beginnen. Wanneer hij zijn dagelijkse marathon gelopen zou hebben, zou hij spreken op bijeenkomsten, scholen en op andere openbare locaties. In eerste instantie had Terry het doel om hiermee één miljoen dollar op te halen, maar later bedacht hij dat hij één dollar per Canadese inwoner wilde inzamelen, een totaal van 24 miljoen dollar. Om zijn tocht te realiseren schreef hij verschillende sponsors aan en kreeg hij zijn vriend Doug Alward zo ver om hem de hele reis bij te staan. Ook de Cancer Society stond achter Terry. Het bijzondere van Terry’s Marathon of Hope is dat het hele evenement non-profit was. Terry nam alleen geld aan van bedrijven die er niets voor terug hoefden. Nergens was een logo, slogan of bedrijfsnaam te bekennen.

Op 12 april 1980 doopte Terry ’s ochtend om vijf uur zijn prothesebeen in de Atlantische Oceaan bij St. John’s in Newfoundland. Dit markeerde de start van zijn tocht door Canada. Iedere dag rende Terry 3 kilometer, waarna hij een korte drinkstop inlaste en opnieuw 3 kilometer rende. Dit deed hij tot hij ongeveer 25 kilometer had gelopen. Vervolgens rustte hij drie uur, waarna hij de overige 17 kilometer liep. Als hij zijn dagelijkse marathon had gelopen reed Doug hem naar een bijeenkomst waar hij sprak over zijn ziekte en tocht. Tijdens de bijeenkomst werd er gecollecteerd. Na de bijeenkomst sliepen Terry en Doug in hun busje.

In eerste instantie was er weinig aandacht voor Terry’s Marathon of Hope. Dit veranderde naarmate Terry verder en verder het land in kwam. De landelijke media pikten de actie op en Terry werd al snel een nationale held. In veel steden werd hij opgewacht door duizenden mensen die hem toejuichten. In het busje slapen hoefde al snel niet meer, want de directeur van de Four Seasons Hotels besloot Terry’s actie te steunen met een grote donatie en gratis hotelovernachtingen voor Terry en zijn mensen. Veel bedrijven volgden zijn voorbeeld en de dollars stroomden binnen.

Het einde

Hoewel Terry’s lichaam protesteerde, weigerde hij al te veel rust te nemen. Na zijn aankomst in Montréal op 22 juni 1980, toen hij al anderhalve maand onderweg was, besloot hij drie dagen niet te rennen. Hierna ging hij weer door met zijn enorme tocht. Hij ontwikkelde cystes, blaren en ontstekingen, maar liet zich hierdoor niet tegenhouden. Eind augustus was hij echter al uitgeput op het moment dat hij aan zijn run begon. Op 1 september werd Terry gedwongen te stoppen met zijn marathon. Zijn hoestbuien en pijn op de borst waren zo heftig dat hij niet verder kon rennen. In het ziekenhuis bleek dat Terry uitzaaiingen in zijn longen had en dat de kanker deze keer niet behandeld kon worden. De dag daarna gaf Terry een persconferentie waarin hij huilend vertelde dat hij zijn Marathon of Hope op moest geven. Hij had op dat moment 143 dagen en 5.373 kilometer gerend en 1,7 miljoen dollar opgehaald.

Om Terry’s doel toch te verwezenlijken werd er een week na de beëindiging van de marathon een benefietavond georganiseerd door een televisiezender. Tijdens deze avond werd 10,5 miljoen dollar opgehaald. Er waren ook mensen en bedrijven die hun eigen acties en inzamelingen hielden. In april 1981 was Terry’s doel behaald en was er ruim 23 miljoen dollar ingezameld. Terry heeft dit nog mee kunnen maken, maar was op dat moment al erg ziek. Hij overleed op 28 juni 1981 in het Royal Colombiaanse Hospital in New Westminster. Het hele land was in rouw en Terry’s begrafenis werd op nationale televisie uitgezonden.

Vandaag de dag wordt Terry Fox beschouwd als een van de grootste Canadezen ooit. Er zijn gebouwen, wegen en parken naar hem vernoemd en zijn afbeelding staat op een Canadese munt. Hij won meerdere awards, zowel tijdens zijn leven als na zijn dood, en heeft de titel Canada’s Greatest Hero op zijn naam staan. Nog steeds worden er ieder jaar in Canada Terry Fox Runs gehouden, waaraan duizenden Canadezen meedoen.

1976: Olympische Zomerspelen Montreal1982: Canada Act (Canadese grondwet)

Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan