1941: Leen- en Pachtwet

In de Leen- en Pachtwet van 1941 staat dat de Verenigde Staten materiële hulp konden verlenen aan landen waarvan de onafhankelijkheid noodzakelijk werd geacht voor de verdediging van de Verenigde Staten. Die hulp zou niet alleen bestaan uit normale industriële producten, maar ook uit oorlogsmateriaal.

Totstandkoming van de wet

Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren de Verenigde Staten een programma gestart waarin de grote economische crisis van de jaren 20 werd bestreden. Een onderdeel van dit programma was het leveren van goederen aan Europa. Dit waren alleen neutrale goederen, dus geen wapens en oorlogsschepen, en de ontvangende landen betaalden ervoor met muntgeld. In 1940 en 1941 werd duidelijk dat dit programma niet meer werkte, omdat Duitsland de meeste Europese landen had veroverd. Het enige land dat nog vrij was, Groot-Brittannië, had niet meer genoeg geld om voor de producten te betalen. En dat terwijl Groot-Brittannië die producten juist nu ontzettend hard nodig had.

In maart 1941 werd daarom een nieuwe wet ingevoerd, de Leen- en Pachtwet. In deze wet stond dat de Verenigde Staten materiële hulp konden verlenen aan landen waarvan de onafhankelijkheid noodzakelijk werd geacht voor de verdediging van de Verenigde Staten; die hulp zou niet alleen bestaan uit normale industriële producten, maar ook uit wapens, tanks, vliegtuigen etc. De hulp was een lening, omdat landen als Groot-Brittannië op dat moment niet genoeg geld hadden om voor de producten te betalen.

Roosevelt

De achtergronden van de Leen- en Pachtwet

In december 1940 gebruikte president Roosevelt een beroemd voorbeeld om aan het Amerikaanse volk duidelijk te maken hoe noodzakelijk de Leen- en Pachtwet was voor de Verenigde Staten. Hij zei: ‘Stel dat het huis van mijn buurman in brand staat en ik heb een tuinslang die 15 dollar heeft gekost en mijn buurman komt bij mij om die tuinslang te lenen, zodat hij de brand kan blussen. Dan zal ik niet zeggen dat hij mij eerst die 15 dollar moet betalen. Ik hoef geen 15 dollar, ik wil alleen mijn tuinslang terug als de brand geblust is.’

De meeste burgers van de Verenigde Staten waren niet erg happig om zich te bemoeien met het conflict in het verre Europa. Zij herinnerden zich nog de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, die het land 115 000 doden had gekost. Het isolationisme, een stroming die tegen Amerikaanse bemoeienis in dergelijke conflicten was, had in de tijd na de Eerste Wereldoorlog veel politieke macht. Het voorbeeld van de tuinslang werd gebruikt om duidelijk te maken dat de Verenigde Staten niet neutraal konden blijven, en dat het land vroeg of laat toch wel bij de oorlog betrokken zou raken. Dit besef begon in 1940 langzaam door te dringen tot de regering. Niet voor niets begon het land onder Roosevelt met een grootscheepse mobilisatie om het leger klaar te maken voor een langdurige oorlog: in een paar jaar tijd werd het defensiebudget opgeschroefd van twee miljard naar tien miljard. Ondertussen maakten een aantal ontmoetingen die Roosevelt had met de Britse premier Winston Churchill duidelijk dat Groot-Brittannië de Duitsers niet heel veel langer meer kon weerstaan zonder Amerikaanse hulp. Roosevelt wilde de Engelsen graag helpen, maar werd tegengewerkt door de Neutraliteitswetten, die in de jaren ’20 en ’30 waren doorgevoerd door de isolationisten om Amerika’s neutraliteit te waarborgen. Er moest dus een manier worden gevonden om Groot-Brittannië te helpen zonder dat de onpartijdigheid van de Verenigde Staten in gevaar kwam.

In december 1940 hield Roosevelt een toespraak waarin hij zei dat de Verenigde Staten het Arsenaal van de Democratie moesten worden. Tegelijkertijd stelde hij grootschalige munitieverkopen aan Engeland en Canada voor. Dit was de eerste versie van de Leen- en Pachtwet. De isolationisten verzetten zich hier aanvankelijk fel tegen maar zagen na een tijdje de voordelen in van deze regeling: het Verenigd Koninkrijk zou, gesteund door de Verenigde Staten, vechten voor de democratie en tegen de dreiging van een Europa onder nazi-Duitsland. De Verenigde Staten zouden op die manier buiten schot blijven en zich niet hoeven te mengen in een kostbare en bloedige oorlog. Toen in februari en maart 1941 over de Leen- en Pachtwet gestemd werd in het Congres en de Senaat, bleek echter dat er nog steeds veel tegenstanders van de wet waren. Toch werd de wet doorgevoerd en kon president Roosevelt op 11 maart 1941 zijn handtekening zetten waardoor de Leen- en Pachtwet van kracht ging. Voortaan waren de Verenigde Staten bevoegd om oorlogsgoederen te verkopen aan, ruilen met en lenen aan elk land waarvan het voortbestaan belangrijk was voor de veiligheid van de Verenigde Staten. In 1941 waren dat drie landen: Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie en China.

Stel dat het huis van mijn buurman in brand staat...

Groot-Brittannië

Tussen 1941 en 1945 werden goederen ter waarde van 31,4 miljard dollar vanuit de Verenigde Staten naar Groot-Brittannië verscheept. Dit gebeurde in grote konvooien die op de Atlantische Oceaan al gauw te maken kregen met Duitse onderzeeboten. Om dat gevaar te bezweren begonnen de Britten hun konvooien te beschermen; dit gebeurde met Amerikaanse oorlogsschepen. Toen de Verenigde Staten zelf een actieve militaire bijdrage gingen leveren aan de Tweede Wereldoorlog werden de Britten nog steeds voorzien van een constante stroom goederen. De Verenigde Staten hadden het Engelse eiland nodig als springplank voor de invasie van Europa. De aard van de goederen veranderde wel. De Britten zetten een grote militaire industrie op poten die het Engelse leger kon voorzien van genoeg oorlogsmateriaal. Het tekort aan grondstoffen bleef echter, en daar zorgden de Verenigde Staten voor.

vlag Groot Brittanie

Sovjet-Unie

Duitsland viel in juni 1941 de Sovjet-Unie binnen. Dit land was nauwelijks voorbereid op een grootschalige oorlog. Veel soldaten sneuvelden dan ook in de eerste maanden door gebrek aan moderne wapens. Vanuit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten werden konvooien samengesteld die grote hoeveelheden tanks en vliegtuigen naar de Sovjet-Unie brachten. Deze konvooien volgden de gevaarlijke route vlak langs Scandinavië, dat door de Duitsers was bezet, en werden voortdurend bestookt door onderzeeboten en vliegtuigen. Maar hun moeite was niet voor niets, want mede dankzij de moderne uitrusting uit het westen kon de Sovjet-Unie een groot en machtig leger opbouwen dat de Duitsers versloeg in Stalingrad en hen daarna terugdreef naar het westen.

Sovjet-unie

China

China was sinds 1911 een republiek die geleid werd door Chiang Kai-Shek. In 1927 waren de communisten een opstand begonnen met als doel de verovering van heel China. Het gevolg was een bloedige burgeroorlog. In 1937 werd de strijd officieel onderbroken doordat de Japanners het land binnenvielen en grote gebieden in Oost-China veroverden. Chiang Kai-Shek vroeg al snel hulp aan de Amerikanen en toen de Leen- en Pachtwet in werking werd gesteld kwam ook de militaire hulp aan China op gang. De rol van de Amerikanen in deze oorlog was veel groter dan op het Europese strijdtoneel. De Amerikanen verscheepten niet alleen tonnen aan militair materiaal, maar ook stuurden ze militaire adviseurs naar China die ervoor moesten zorgden dat Chiang Kai-Shek een modern leger kon opbouwen. Dat leger moest niet alleen de Japanners verslaan, maar ook de communisten. De Amerikanen stonden in 1941 al erg wantrouwend tegenover de Sovjet-Unie, en waren bang dat de communisten hun invloed konden uitbreiden in China. Chiang Kai-Shek wist met behulp van de Amerikanen de Japanners te verslaan, maar hij bleek niet opgewassen tegen het communistische leger: in 1949 werden de nationalisten verslagen en kwam de communistische Mao Zedong aan de macht.

Chiang Kai-Shek

Terugbetaling

De Leen- en Pachtwet was een lening. Dat betekende dat de Verenigde Staten een terugbetaling verwachtten, althans in 1941. Na de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat de Amerikanen ruim 50 miljard dollar hadden geleend aan hun bondgenoten om de Duitsers en Japanners te verslaan. Om je een idee te geven van dit enorme bedrag: 50 miljard dollar in 1945 staat gelijk aan ongeveer 647 miljard dollar in de 21e eeuw.

Voor de Amerikanen werd al gauw nog iets anders duidelijk: geen van de bondgenoten die geprofiteerd hadden van de Leen- en Pachtwet kon ook maar een fractie van het geleende bedrag terugbetalen. Europa lag in puin en Groot-Brittannië was blut; Chiang Kai-Shek in China was van de communisten aan het verliezen; de Sovjet-Unie was de nieuwe vijand en zou de 11,3 miljard dollar die het de Verenigde Staten schuldig was nooit terug willen betalen.

Amerikaanse economen waarschuwden dat een terugeisen van het geld de wereldwijde economieën die probeerden te herstellen van de oorlog te zwaar zou belasten. Veel politici zeiden dat alle landen het uiterste hadden gegeven in hun strijd tegen Duitsland en Japan, en dat het daarom niet reeël zou zijn om van hen het beschuldigde bedrag terug te eisen. Groot-Brittannië was een geval apart, want het had de Verenigde Staten voorzien van inlichtingen over de vijand en van veel tijdens de oorlog ontwikkelde uitvindingen, zoals de radar. In plaats van een terugeisen van het geld, investeerden de Verenigde Staten direct na de Tweede Wereldoorlog nog eens miljarden dollars in Europa: de Marshallhulp, bedoeld om van Europese landen weer bloeiende democratieën te maken.

Terugbetaling
1941: Aanval op Pearl Harbor1942: Stichting CORE (Congres of Racial Equality)

Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan