Dag 16. Cache Creek, BC - Whistler, BC

We beginnen de dag rustig, want we hebben geen haast. Whistler is maar 218 kilometer.

De camping ligt een klein stukje voor het plaatsje Cache Creek. Het lijkt hier uitgestorven, dus rijden we maar verder. Na een paar kilometer slaan we linksaf naar de 99. Het landschap verandert weer geleidelijk. De bergen worden hoger en groener.

We rijden Lillooet even in om een supermarkt of een bakker te zoeken. Dit is een klein dorpje met een westernfeel. Ik had hier eigenlijk willen overnachten op de Frasercove Campground. Een kleine camping direct aan de rivier. Ik heb een beetje spijt dat we gister niet zijn doorgereden. De omgeving is hier heel mooi namelijk.

We rijden de hoofdstraat door zonder succes. We rijden dezelfde weg in tegengestelde richting tot we wél een winkel zien. Ik wil de camper langs de weg parkeren, tot een vrouw bozig gebaart dat deze plek alleen voor laden en lossen is. Nou, doei. Tot zover het Lillooet. 

Vanaf Lillooet rijdt je de bergen in en verandert het landschap gelijk in een soort alpengebied; hoge bergpieken, bossen en sneeuw. Je hebt overigens net buiten het plaatsje een mooi uitzichtpunt over Seton Lake.

De weg is smal en stijl. Ondanks dat de route niet lang is, doe je er wel lang over, vooral met een camper. Het is wel een prachtige route. We maken even een korte stop bij Duffy Lake en later Joffre Lakes. De parkeerplaats bij het laatste is overvol, maar helemaal aan begin kan ik de camper er nog tussen wringen. We lopen het korte stukje naar de Lower Joffre Lake, maar dit is niet heel spectaculair. De Middle Lake is ruim drie kilometer lopen. Dat zien de mijn ouders niet zitten. Ik heb geen zin om dit alleen te gaan lopen, dus we draaien weer om.

Tijdens het laatste stuk van Pemberton naar Whistler ben ik het rijden zat. Om even de benen te strekken, stoppen we bij Nairn Falls Provincial Park. Mijn moeder en ik lopen de hike naar de falls. Dit is immers ‘maar’ 1,5 kilometer. Het is alleen erg warm en ondanks de hele hike in de schaduw van de bomen is, valt het niet mee. 

Als je al zoveel watervallen gezien hebt, wordt het normaal. Ik heb nu ook niet meer een ‘oh’ of ‘ah’ gevoel. Het kan ook aan mijn uitgeputte gemoedstoestand liggen. De warmte en de lange afstanden worden even teveel, denk ik.

Dan eindelijk bereiken we Riverside RV Resort. We checken in, maar rijden gelijk door naar Whistler. Helaas hebben we hier maar een nacht. Dit is een beetje krap gepland, maar dat kwam even niet anders uit.

Rond Whistler zijn er vier of vijf grote parkinglots. De twee het dichts bij het centrum zijn zo goed als vol, maar met moeite vinden we een plek. De camper steekt 1,5 meter uit, maar hij staat tenminste. Vanaf de parkeerplaats loop je gelijk het centrum in. Whistler is een gezellig wintersportstadje. Het is een heel ‘kunstmatig’ stadje (niet authentiek), maar het is er gezellig druk en overal zijn terrasjes. We lopen langs de winkels en ein-de-lijk vind ik een paar All Stars in het wit én in mijn maat. Toch €20 goedkoper dan in Nederland.

Ik zoek even uit waar we wat kunnen eten, maar eigenlijk vind ik de McDonalds ook prima.

Riverside RV Resort is een hele mooi aangelegde camping. Het is een soort terrassencamping omdat er verschillende loops tegen een berg zijn aangelegd. Douchen is tegen betaling, wat ik dan weer erg jammer vind. Helemaal omdat deze camping al niet goedkoop is. De munten kosten een Dollar per stuk en zijn te verkrijgen bij de incheckbalie. Dit was ik alleen even vergeten en moest helemaal naar beneden lopen en weer terug. Nou ja, dit kan geen kwaad met al die hotdogs die ik tot nu toe opgevroten heb. 

Morgen gaan we aan het laatste deel van de reis beginnen en verlaten we het vaste land om naar Vancouver Island te gaan.