Olympic National Park, Washington
Olympic National Park bestaat voor 95% uit wildernis en is een geliefde bestemming voor natuurliefhebbers. Midden in het park rijzen de Olympic Mountains op, met Mount Olympus (2917 meter) als hoogste piek. Langs de bergwanden stromen verschillende gletsjers, waaronder de vijf kilometer lange Hoh-gletsjer. Aan de westkust van het Olympic-schiereiland ligt een smalle, ruige kuststrook met rotspartijen, getijdenpoelen en zandstranden. Verder landinwaarts vind je gematigd regenwoud met veel naaldbomen. Dit westelijke parkdeel is een van de natste plekken in de VS! In de dalen aan de oostzijde van het park bevinden zich grote stukken oerbos. LET OP! In mei 2023 is het Hurricane Ridge Visitor Center afgebrand. Deze zal voorlopig niet open gaan. Er is beperkt toegang tot het gebied. Kijk in onze blog voor meer info en linkjes: tiogatours.nl/wegennieuws
Bezienswaardigheden & activiteiten
Olympic National Park is erg uitgestrekt. In het noorden en westen van het park liggen de mooiste en best bereikbare bezienswaardigheden. De bezienswaardigheden zijn goed toegankelijk via Highway 101 (Olympic Highway) en enkele zijwegen daarvan.
Noord
In het noorden van Olympic National Park draait alles om hoge bergen en diepe valleien. Vlak bij de plaats Port Angeles ligt het Olympic National Park Visitor Center. Hiervandaan rijd je gemakkelijk naar de bezienswaardigheden Hurricane Ridge, Elwha Valley, Lake Crescent, en de Sol Duc Valley.

Hurricane Ridge
Hurricane Ridge in Olympic National Park is voor gemotoriseerd vervoer het best toegankelijke berggebied. De weg is steil en bochtig, maar het uitzicht is prachtig. Je ziet de door sneeuw bedekte Olympic Mountains, waaronder de 2.430 meter hoge Mount Olympus, gehuld in de parelwitte mantel van Blue Glacier. Onderweg kom je langs verschillende startpunten van wandelroutes. Je kunt kiezen uit routes naar de bergtoppen en steile paden die naar gletsjermeren en valleien leiden. Let op: In de winter kan de weg wegens sneeuwval gesloten zijn. De weg eindigt iets voorbij bij het Hurricane Ridge Visitor Center. Vanuit Port Angeles naar het Visitor Center is ongeveer 30 kilometer. Je doet daar al gauw 45 minuten over (zonder te stoppen).

Elwha Valley
Volg je vanuit Port Angeles de Highway 101 in westelijke richting, dan kun je de afslag nemen naar Elwha. Na ongeveer 18 kilometer kun je een kort pad (150 meter) volgen naar de 18 meter hoge Madison Falls in de Elwha-rivier. Deze rivier is de grootste waterstroom in het park. Veel mensen komen hier voor de panoramische uitzichten. Watersportliefhebbers kunnen kajakken en raften op de rivier.

Lake Crescent
In het noordwestelijke deel van Olympic volgt Highway 101 de oever van Lake Crescent. Rondom dit vaak mistige bergmeer zijn verschillende wandelroutes uitgezet. Enkele routes gaan de bergen in, andere verkennen de lager gelegen bossen en beekjes. Een mooie route is die naar de 27 meter hoge Marymere Falls (1,4 km one-way). Het pad begint vlak bij het Storm King Ranger Station. Van Port Angeles naar het beginpunt van de wandeling is het ongeveer 40 minuten rijden (34 km).

Sol Duc Valley
Vlak bij de westelijke punt van Lake Crescent voert de Sol Duc Road - een zijweg van Highway 101 - je dieper de Sol Duc-vallei in. Je rijdt door wouden, langs meren en hebt zicht op besneeuwde bergtoppen. Vanaf de parkeerplaats aan het eind van de Sol Duc Road wandel je zo naar de Sol Duc-waterval. Het pad naar de top van de 27 meter hoge waterval is 1,3 km lang (one-way). Via een brug steek je het smalle ravijn over. In het najaar is de Salmon Cascades Overlook een geliefde bestemming. Hier is in het voorjaar en in het het najaar de zalmtrek te zien. Een andere manier van ontspanning is mogelijk in de mineraalbaden van het Sol Duc Hot Springs Resort. Vanuit Port Angeles is het ongeveer een uur rijden (66 km) naar de Sol Duc Falls Trailhead.

West
Het westen van Olympic National Park is vlakker. Hier vind je gematigd regenwoud en prachtige kusten. Bezienswaardigheden zijn het Hoh Rain Forest, Rialto Beach, Second Beach en Ruby Beach.

Hoh Rain Forest
In het westelijke deel van Olympic National Park ligt het Hoh Rain Forest. In dit regenwoud, dat je bereikt via de Upper Hoh Road vanaf Highway 101, valt jaarlijks zo'n vier meter(!) regen. Het resultaat daarvan is een groen bos met coniferen en loofbomen. Mossen en varens bedekken de ondergrond. In het Hoh Rain Forest Visitor Center kun je tentoonstellingen bekijken. Verschillende wandelingen starten hier. Een daarvan is de Hall of Mosses Trail, van iets meer dan een kilometer lang. Via deze trail zie je groene en bruine mossen, waar je ook kijkt. Zelfs de bomen zijn ermee begroeid. Vanuit de plaats Forks is het ongeveer 50 minuten rijden naar het bezoekerscentrum.

Mora en Rialto Beach
Vanaf Highway 101 bij de plaats Forks neem je de afslag naar Rialto Beach en First Beach, gelegen aan de westkust van het Olympic-schiereiland. Je rijdt er in ongeveer 20 minuten naartoe. Een aanrader is de wandeling van First Beach naar Second Beach. De stranden aan de westkant worden gekenmerkt door grote kustrotsen die bekendstaan als 'seastacks'. Twee kilometer ten noorden van Rialto Beach ligt Hole-in-the-Wall, een boog die op een natuurlijke manier door zeewater is gevormd.

Kalaloch en Ruby Beach
In het zuidwesten van Olympic loopt Highway 101 langs de kust. De stranden tussen South Beach (in het zuiden) en Ruby Beach (in het noorden) zijn genummerd. Ruby Beach is een van de mooiste stranden. Het bestaat uit een rotsachtige kust, waar veel vogels (waaronder papegaaiduikers) nestelen en voedsel zoeken. In het water zwemmen walvissen, zeehonden, zeeleeuwen en zeeotters. Informeer in het Kalaloch Information Station (gelegen tussen Beach 2 en Beach 3) naar de getijden: tijdens de vloed zijn sommige wandelpaden niet toegankelijk. Om je een idee van de afstanden te geven: Ruby Beach ligt op zo'n 35 minuten van Forks. Van Ruby Beach naar South Beach is het ongeveer een kwartier rijden.

Quinault Valley
Quinailt Valley is een door gletsjers gevormd landschap met veel bergweiden, gematigd regenwoud en meren. Op Lake Quinault kun je varen. Hier ligt ook het Quinault Rain Forest Ranger Station (geopend donderdag-maandag van juni t/m september). Campers mogen niet verder rijden dan dit informatiecentrum. Bij het Ranger Station start een leuke wandeling naar de Kestner Homestead (2,1 km round trip). Hier kom je meer te weten over het leven van de eerste kolonisten die er neerstreken. Quinault ligt op ongeveer drie uur rijden van Port Angeles en op een uur van Forks.

Vervoer
Olympic National Park heeft verschillende ingangen, die allemaal vanaf Highway 101 te bereiken zijn. Highway 101 is de belangrijkste parkweg en heet in Olympic ook wel Olympic Highway. Er lopen enkele verharde zijwegen het park in. Via deze parkwegen kun je diverse bezoekerscentra en ranger stations bereiken, waaronder Hurricane Ridge Visitor Center en Hoh Rain Forest Visitor Center. Er is geen shuttlevervoer in Olympic National Park, maar je kunt het park desgewenst verkennen met een commerciële touraanbieder.
Feiten
Staat | Washington |
---|---|
Oppervlakte | 3.734 km² |
Hoogste punt | 2.428 meter (Mount Olympus) |
Opgericht | 29 juni 1938 |
Bezoekers per jaar | 3.000.000 |
Tijdzone | Pacific Time Zone (tijdverschil met Nederland: 9 uur vroeger) |
Klimaat
Bovenstaande klimaatgegevens zijn historische gemiddelden voor de plek op de kaart. Het weer is onvoorspelbaar, deze gegevens dienen dan ook puur als indicatie.
Het weer in Olympic National Park is door de invloed van de zee en de bergen enorm gevarieerd. Het klimaat wordt gekarakteriseerd als een gematigd zeeklimaat, met aangename zomers en milde, natte winters. Het Olympic-gebergte veroorzaakt een zogenaamde regenschaduw. Dit houdt in dat de wolken die van zee komen tegengehouden worden door de bergen, waardoor er achter de bergen (in het oosten) veel minder neerslag valt dan in het westelijke deel.
’s Zomers ligt de maximumtemperatuur in de lager gelegen gebieden van Olympic National Park tussen de 18 en 24 graden Celsius, ’s winters zo rond het vriespunt of net iets daarboven. Met name in de bergen kan er dan veel sneeuw vallen; meer dan drie meter sneeuw is niet ongebruikelijk. Zo ontstaan ook de vele gletsjers die het gebied kent. De maanden juli, augustus en september zijn het droogst.
Natuur, flora & fauna
Fauna
Omdat Olympic National Park zich op een schiereiland bevindt dat deels is afgeschermd door een bergketen, komen er veel endemische plant- en diersoorten voor. Endemisch wil zeggen dat die soort alleen maar voorkomt in dat specifieke gebied. Een voorbeeld hiervan is de Olympische marmot. Het park kent oneindig veel verschillende dieren. In de zee leven allerlei zeezoogdieren, waaronder walvissen, dolfijnen, zeeleeuwen, zeehonden en zeeotters. In de lagere regionen kun je wasberen, bevers en nertsen tegenkomen. In de valleien en bergweiden dwalen onder andere elks, poema’s en beren rond en in de snelstromende beken zwemt zalm. Er zijn verder meer dan driehonderd vogelsoorten, van kleine soorten tot de grote steenarend.
Geschiedenis
In 1977 vond een boer bij het uitgraven van een vijver overblijfselen van een mammoet uit de IJstijd. Tussen de ribben vond men een speerpunt, wat het eerste bewijs was dat er 12.000 jaar geleden indianen in het gebied woonden die van de jacht leefden. Het ruige terrein vormde blijkbaar geen obstakel voor deze mensen; over het gehele schiereiland zijn stenen overblijfselen gevonden. Vondsten duiden erop dat er ongeveer 3.000 jaar geleden een volksverschuiving plaatsvond. De populatie groeide en het indianenvolk verhuisde naar de lager gelegen rivieren en meren. Een maritieme cultuur ontstond: visvangst, het jagen op zeezoogdieren en het verzamelen van schelpdieren werden deel van het bestaan. De bossen waren belangrijk voor het zoeken van beschutting, voedsel en medicijnen. Van de cederbomen maakten de indianen kano's, manden, werktuigen en andere gebruiksvoorwerpen.
In de laatste tweehonderd jaar is er door de komst van de Europeanen veel veranderd voor de inheemse bewoners van het Olympic-schiereiland. Exotische ziekten roeiden hele dorpen uit en Europese nederzettingen schoten als paddenstoelen uit de grond. De nieuwkomers visten alle zalm uit de rivieren, decimeerden de hertenkuddes en kapten grote stukken bos. Ondertussen groeide de houthandel gestaag. Toen de eerste heuvels onder de kaalslag zichtbaar werden, raakten de burgers verdeeld over de enorme houtkap. Aan het eind van de negentiende eeuw groeide de interesse van de Amerikanen voor de natuur, onder andere onder invloed van de nieuwe automobielen, die men ertoe in staat stelden om afgelegen plaatsen zoals het Olympic-schiereiland te bezoeken. President Cleveland benoemde in 1897 delen van het bosgebied tot het Olympic Forest Reserve. In 1938 zorgde president Roosevelt voor de totstandkoming van het National Park. UNESCO plaatste het park in 1981 op de Werelderfgoedlijst.