Maine

Helemaal in het noordoosten van de Verenigde Staten ligt het dunbevolkte Maine, de grootste staat van New England. Maine grenst in het zuidoosten aan de Atlantische oceaan en in het noordoosten aan de Canadese provincies Québec en New Brunswick. De staat bestaat voor een groot deel uit bossen (vandaar de bijnaam Pine Tree State) en heeft een ruige, rotsachtige kust die bekend staat om zijn vele vuurtorens. De herfst is er prachtig.

Feiten

Vlag & Seal

Cultuur/Geschiedenis

Al in 1604 kwamen de eerste Europeanen, in dit geval Fransen, aan in dit gebied. Vanaf 1607 stichtten ook de Britten er nederzettingen. Door het ruige klimaat en aanvallen van indianen waren deze echter geen groot succes. Later werd het gebied een exclave van de Massachusetts Bay Colony, tot het in 1820 genoeg inwoners had om als eigen staat ingelijfd te worden bij de Verenigde Staten.
 
Over de vraag waar precies de grens lag met New Brunswick, een Canadese provincie die toen nog in handen was van Britse kolonisten, waren nog een tijdje onenigheden. Het vastleggen van de definitieve grens tussen de Verenigde Staten en Canada in het Verdrag van Webster-Ashburton (1842) maakte uiteindelijk een einde aan deze onenigheden.

Feesten

Sinds 2009 wordt elk jaar halverwege september de Open Lighthouse Day georganiseerd, een dag waarop vuurtorens opengesteld worden voor het publiek. De vuurtorens stammen uit het einde van de achttiende eeuw en werden gebouwd om zeelui de weg te wijzen langs de ruige kust van Maine. Het is dan ook niet voor niets dat Maine als alternatieve bijnaam ‘The Lighthouse State’ draagt: het was naar het schijnt voor zeelui onmogelijk langs de hele kust van de staat te varen zonder steeds een vuurtoren in zicht te hebben.
 
Elke zomer vindt er de Lobster Ride & Roll plaats, een evenement waarbij verschillende lange en korte fietsroutes zijn uitgezet langs de mooiste plekjes aan de kust. Afsluitend kunnen de deelnemers aanschuiven bij een diner met ‘lobster roll’: een soort sandwich gevuld met kreeft.

Culinair

In Maine worden, net als in de rest van New England, veel zeevruchten gegeten. Erg populair zijn onder andere mosselen en kreeft.
 
Daarnaast zijn er veel recepten met wilde bosbessen, die er in grote aantallen groeien. De bosbes is een inheemse plant van New England en werd door de indianen al gebruikt en gegeten. De bes wordt overal in verwerkt: van cakejes, muffins en taarten tot sauzen, broodjes en ga zo maar door.

Klimaat

Maine heeft een gematigd landklimaat, wat betekent dat de zomers warm zijn (gemiddeld 24 graden) en de winters koud, vooral in het noordelijke deel, waar het soms ’s nachts wel achttien graden kan vriezen. In de rest van de staat ligt de maximumtemperatuur in de winter rond het vriespunt en sneeuwt het vrijwel overal. In de kustzone wordt het klimaat enigszins gematigd door de Atlantische Oceaan.

Beste reistijd

De vier seizoenen zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden en elk seizoen heeft zo zijn voordelen. In de zomer komen voornamelijk strandliefhebbers naar Maine, terwijl tijdens de koude maanden vooral wintersporters naar de staat trekken. Een speciaal verschijnsel in het noordoosten van de Verenigde Staten is de ‘Indian Summer’, een periode tijdens de herfst waarin de temperaturen nog voor de laatste keer hoog op kunnen lopen en de bladeren aan de bomen prachtige kleuren vertonen.