Heet, heter, heetst

Woensdag 2 september
Vandaag gaat de reis naar Death Valley, het heetste, droogste en laagste park. In de zomer wordt het hier makkelijk 50 graden, er valt een fractie van de neerslag die in een normale woestijn valt, dus droog en het ligt 86 meter onder het zeeniveau.
Het heet Death Valley omdat een groepje goudzoekers rond 1849 verdwaalden in de woestijn. Er is, voor zover bekend, een persoon overleden en de rest hield zich in leven met water uit de beekjes en het opeten van hun eigen ossen. Toen de overgebleven groep eindelijk de vallei achter zich liet,  draaide een van hen zich om en zei: “Goodbye Death Valley”.
We zijn rond half drie op onze bestemming, een mooi hotel midden in de woestijn, een soort groene oase. Onze kamer is nog niet klaar, dus we lopen even een rondje om te kijken wat er te doen is en nemen een koele dronk. Het is warm, heel warm, de thermometer staat op 112 F, omgerekend ongeveer 45  graden C. We besluiten om nu naar Badwater Bassin te rijden, dit is de zoutvlakte. Erg mooi om te zien, maar de hitte is niet normaal. We maken wat foto’s en keren terug. We kijken nog even bij een Natural Bridge, stukje lopen en ook weer klimmen, maar wel weer de moeite waard. Bezweet keren we terug naar het hotel voor een koele duik in het zwembad.....echter het water is ook al warm, je frist er niet echt van op. Het zonnetje is wel lekker op dit tijdstip. Voor de maaltijd doen we een broodje hamburger, pas onze tweede deze reis. 
Wij Hollanders zitten graag buiten op het terras of in de tuin om te genieten van de avondrust. Hier echter is het nog 37 graden om half tien ’s avonds en das warm, te warm. We snappen nu dat iedereen binnen zit in een airco gekoelde ruimte.
We gaan op tijd naar bed (lees naar binnen), morgen weer een dag!