Zaterdag 13 mei 2017: Een dagje ‘history’

Vandaag een niet zo’n lange reisdag. Het doel voor vandaag was Fort Macleod, en daarvan hadden we gister al wat kilometers afgelegd. Vandaag besteden we voornamelijk aan cultuur (al kun je niet heen om de alom aanwezige natuur).

Vertrokken vanuit Taber passeren we eerst Lethbridge. We besluiten deze stad, de grootste in zuidelijk Alberta, niet aan te doen. Toch kon je ook vanuit de camper het nodige zien. De stad wordt nl. in tweeën gedeeld door de Oldman-rivier, waarvan de vallei is omgetoverd tot een groot stadspark. Lethbridge wordt verder gekenmerkt door de High Level Bridge, die je goed kunt zien vanaf de Highway. Het is een gigantische stalen brug uit 1909 over de Oldman-rivier. De brug is 1.623 meter lang en 96 meter hoog, en doet nog steeds dienst als spoorbrug.

Ook Fort Macleod slaan we in eerste instantie over; het is voor later op de dag. We rijden eerst naar Head-Smashed-ln Buffalo Jump, 18 km van Fort Macleod. Deze uitzonderlijke plek is een van de oudste, grootste en best bewaarde jachtlocaties van de indianen. Sinds 1981 is dit werelderfgoedgebied van Unesco. Gedurende meer dan 5000 jaar dreven indianen bisonkudden naar de rand van deze klif, zodat de dieren in de afgrond te pletter vielen. Op de bodem rust een indrukwekkende hoop botten en overblijfselen. Voor de Prairie-indianen vormden bizons de belangrijkste middelen van bestaan, want ze leverden vlees om zich te voeden, huiden om kleren en schuilplaatsen te maken, en beenderen om werktuigen te vervaardigen. We bezoeken het museum aan de voet van de afgrond. Op een aantal niveaus wordt uitleg gegeven van de leefwijze van de prehistorische prairie-indianen en de latere Blackfootindianen, vóór en na hun verdringing door de blanke kolonisten. In het onderste deel van het museum krijg je een beeld van het werk van de archeologen en wordt de uitgekiende jachttechniek uitgelegd: hoe was een vrij kleine groep indianen, die aanvankelijk nog geen paarden bezaten, in staat enorme bizonkuddes over de rand van de afgrond te drijven? Een paden leidt naar de top van de klif met een mooi panorama van de omgeving. Ook in de afgrond, waar de gewonde dieren afgemaakt en geslacht werden, nemen we een kijkje.

Terug dan naar Fort MacLeod. Aan begin van de tweede helft van de 19e eeuw trokken Amerikaanse kolonisten, goudzoekers en whiskyhandelaren frequent de grens met Cana¬da over, tot groot ongenoegen van de Canadese overheid die haar heer¬schappij in het gebied ondermijnd zag. Om hieraan een einde te maken werd de North West Mounted Police in het leven geroepen, die orde en gezag in het westen van Canada moest herstellen en hand¬haven, alsmede de Canadese belan¬gen veiligstellen. In 1874 arriveerden ze in zuidoost Alberta en stichtten Fort Macleod, een permanente politiepost in West-Canada. Rond het fort ontstond een nederzet¬ting die snel groeide. Aan die bloeiperiode kwam een einde omdat de Canadian Pacific Railroad haar regionale knooppunt naar het nabijge¬legen Lethbridge verhuisde. 
We bezoeken de historische stad die vrij¬wel ongeschonden bewaard is gebleven. Alles in Fort Macleod is min of meer hetzelfde als in het eerste kwart van de 20e eeuw; veel van de oorspronkelijke zandstenen huizen aan de Main Street staan er nog. We hadden ook het plan het fort te bezoeken, maar dit bleek gesloten; het blijft dus bij een blik op de buitenkant.

Halverwege de middag zetten we dan de camper neer op camping Daisy May in Fort Macleod. Morgen naar Waterton NP.