Dag 29: Cannon beach en Second Beach
Door BARI - 16-08-2018 07:55Dag 29 maandag 13-8
Nehalem Bay State Park – Cannon beach – Second Beach – La Push
Nehalem Bay State Park was een ontzettend leuke strandcamping.
Het onthouden waard. Na het ontbijt zijn we met z’n drieën zo vanaf
onze plek naar de oceaan gelopen, even met de voeten in het
ijskoude water. Even met z’n drieën op een boomstam een maffe
selfie maken. En dat er dan meteen uit het niets een man aan komt
lopen die aanbiedt de foto voor ons te maken. Paardjes op het
strand. Geluksmoment.
Als we terug zijn rammelen we het ontbrekende gezinslid uit bed en
gaan we weer op pad over die prachtige kustweg 101. Het liefst zou
ik bij elk uitzichtpunt stilstaan en even genieten maar dan komen
we nooit ergens.
We houden de officiële koffiestop op Cannon beach, een heel leuk strandplaatsje. De eerste RV parkeerplaats is zo vol dat we de hoop al opgeven en doorrijden, maar ineens zien we een 2e parkeerplaats waar nog ruim plek is. We lopen door het hippieachtige surfersplaatsje naar een straatje dat doodloopt op een immens breed strand. We verbazen ons: geen boulevard, geen strandtentjes, alleen een trappetje naar openbaar zand. We halen onze shot cafeïne en zelfgebakken scones bij een hippe koffietent en nuttigen het op een bankje buiten. Daarna kunnen we de kustweg weer vervolgen. Kustweg 101 is bijzonder mooi, slingert zich niet alleen langs de kust, maar ook door zoutwaterfjorden, wetlands en bossen. Een enorm hoge en lange brug brengt ons van Oregon naar Washington State. Het begint hier op Vancouver Island te lijken!
We rijden de RV tot vlak aan een soort binnenzee om te lunchen
met hamburgers en gebakken ei. Op de plek naast ons zit een
zonderlinge eenzame man met twee picknicktafels. Hmm dat klopt niet
want wij hebben er geen. Maar niet getreurd: een stuk verderop
staan er genoeg en met vereende krachten tillen we een loodzware
tafel naar onze plek. Zo. Prachtige lunchplek.
Na de lunch moeten we nog best een eind rijden. Gister was een dag
van 390 km, vandaag moeten we er volgens de planning 371 en dat is
veel te veel. Het duurt niet alleen lang, maar is voor de mensen
achterin ook bijzonder saai. Je kunt immers niet lekker naar buiten
kijken en wordt als in een achtbaan in het donker door elkaar
gerammeld. Op het programma staat nog een bezoek aan Second Beach,
dat moet heel mooi zijn maar eigenlijk zijn we murw en is het al
laat. Weer een uitzicht? Tweestrijd in de groep. Uiteindelijk
beslist de man aan het stuur en rijden we naar Second Beach. Het
bordje wijst echter een dicht bos in en de zee is nog ver. Ook dat
nog, wandelen. Het eerste parkeerterrein staat vol en we komen op
de overflow terecht. Is dat niet heel gek om deze tijd? We vragen
de weg aan wat gasten daar en volgens hen is het een kilometer door
het bos. En wat voor bos! Een fantastisch prachtig regenwoud. Zelfs
na al onze ervaringen zijn we toch onder de indruk. Het pad
slingert zich tussen dikke bomen door omhoog en daarna ver omlaag.
Uiteindelijk gloort er licht tussen de takken door en precies op de
plek waar je de openheid van het strand zou verwachten liggen
duizenden bijna versteende enorme boomstammen. Opgestuwd door
eeuwenlang storm en vloed stel ik me zo voor. Wie het strand op wil
moet klimmen. En klauteren. Dat doen wij en tot onze stomme
verbazing hebben tientallen andere mensen dat ook gedaan, maar dan
met volledige bepakking. Tussen de aangespoelde boomstammen staan
overal tentjes. Zo ver je kunt kijken. Overal zijn mensen
houtvuurtjes aan het stoken tussen de boomstammen. Potjes aan het
koken. Het lijkt wel een hippiekampement. Jong en oud, iedereen is
daar van plan de nacht door te brengen. De zon is al bijna onder en
het lijkt me reuze koud te worden. De angsthaas in mij wordt wakker
en getergd. Het strand is namelijk ook voorzien van rotsblokken zo
groot als een eiland. Alleen is het nu eb en mijn mannen willen
naar een top klimmen. Ik kan het niet aanzien, zo hoog, stijl en
glad is het. Maar natuurlijk volharden ze en staan ze niet veel
later heldhaftig op de top. Na wat fotomomentjes van beneden naar
boven en van boven naar beneden lopen we een stuk verder het brede
strand over naar de volgende uitdaging. Er is een drooggevallen
ebweg naar een ander eiland. Zo hoog en stijl dat je de beboste top
nauwelijks kunt zien. Aan de voet van het eiland: een 2 meter hoge
muur van aangekoekte reuzemosselen en daar weer allemaal zeepokken
op. Ertussen leven kleine krabbetjes en her en der hangen groepjes
rood of paars gekleurde zeesterren. Je kunt ze gemakkelijk
aanraken. Ik verwacht dat ze sponzig zacht zijn, maar ze zijn
letterlijk keihard, voelen aan als steen. Hier over de zeebodem
lopen is net als duiken, maar dan zonder water. Het plan was om om
het rotseiland heen te lopen maar als we aan de achterzijde komen
slaan de golven daar al kapot op de rotsen. Rrrrrrrechtsomkeert! Er
zit ook een grote grot in de rots en B oppert dat we daar altijd
nog in kunnen schuilen ‘net als die Thaise voetballertjes’.
Onopvallend versnel ik mijn pas terug naar het strand. Het water
blijkt zich overigens nog steeds terug te trekken dus er is niets
aan de hand. Eenmaal terug op het strand zien we dat de zon is
verdwenen, niet achter de horizon, maar in een dikke laag nevel.
Iedereen die speciaal met z’n tentje hierheen kwam om naar de
sunset te kijken heeft dikke pech.
Wij lopen door het schemerbos weer terug naar de RV en zoeken een
eettentje op weg naar de camping. Het tentje dát we vinden sluit om
21u en het is er nu een paar minuten voor, dus vette pech. In het
pikkedonker komen we uiteindelijk op de grindbak-camping aan maar
dat geeft niet want de campings sluiten hier nooit. Er zijn geen
hekken dus kom en ga wanneer je wilt. Er hangt voor ons een
plattegrond op de deur van de receptie. Compleet met naam, plaats
nummer 21, code voor de dames wc, voor de heren wc, de netwerknaam
en de wifi-code. Wat wil een mens nog meer?! Ik kook heel snel een
spaghettihap en dan gaan we allemaal keihard aan de wifi. Vechtend
tegen de slaap verstuur ik nog snel twee blogs.
Leermomentje: we krijgen het nu door. De jongste puber moet je gewoon in bed laten liggen tot we gaan rijden. Dan kan hij zittend in de stoel bijkomen terwijl wij wegrijden. Een uurtje en wat yoghurtjes later is hij dan gewoon aanspreekbaar.
Geluksmomentje: ’s ochtends vroeg op het strand.
Reacties
Vince 16-08-2018 08:52 {{button-54838}}
John 16-08-2018 09:42 {{button-54851}}
Esther 16-08-2018 14:57 {{button-54873}}
Gerda 16-08-2018 16:27 {{button-54880}}
koude thee opdrinken , helemaal vergeten door het lezen .
Mia & Ruud 16-08-2018 21:27 {{button-54891}}